Werkwoordspelling gemengd
1 / 10
La durée de la leçon est: 15 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Welke tijd bestaat niet bij werkwoordspelling?
A
Tegenwoordige tijd
B
Verleden tijd
C
Voltooide tijd
D
Terugkerende tijd
Slide 2 - Quiz
H39 ging over werkwoordspelling. Hoe zat het ook alweer met sterke/zwakke werkwoorden?
Ik gebruik 't kofschip x
Ik hoor hoe het woord geschreven wordt.
In de verleden tijd blijft de klank hetzelfde.
In de verleden tijd verandert de klank.
Slide 3 - Question de remorquage
Dat kantoortje heeft mijn vader zelf....... (werkwoord: bouwen)
Slide 4 - Question ouverte
Daantje ..... zijn vader in de garage.
werkwoord: helpen
werkwoord: helpen
Slide 5 - Question ouverte
Vader gaat in de nacht soms ......
werkwoord: stropen
werkwoord: stropen
Slide 6 - Question ouverte
Hij ...... niet altijd een fazant.
werkwoord: vangen
werkwoord: vangen
Slide 7 - Question ouverte
Meneer Hazel heeft Daantje .....
werkwoord: bedreigen
werkwoord: bedreigen
Slide 8 - Question ouverte
Vader ..... toen tegen de auto van Meneer Hazel.
Werkwoord: leunen
Werkwoord: leunen
Slide 9 - Question ouverte
Ik vond dit een fijne manier om te oefenen met werkwoordspelling
😒🙁😐🙂😃
