1.2 Doel en hoofdgedachte 2

1.2 Doel en hoofdgedachte 2
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 7 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

1.2 Doel en hoofdgedachte 2

Slide 1 - Diapositive

Programma
  • Vandaag: korte herhaling tekstsoorten en tekstdoelen + hoofdgedachte
  • Opdracht: oefenen met hoofdgedachte
  • Eerst klassikaal (luisteren), daarna zelf (lezen)
  • Afsluiting

Slide 2 - Diapositive

Tekstsoorten en tekstdoelen
  • Voorbeelden van tekstsoorten en hun doelen:
  • Website Stadsbank --> informeren
  • Wetgeving --> informeren
  • Vacature --> activeren
  • Boekenreeks Harry Potter --> amuseren

Slide 3 - Diapositive

De hoofdgedachte...
  • is de kortst mogelijke samenvatting van een tekst in één zin.
  • vind je vaak in het begin van een tekst.
  • vind je bij langere artikelen meestal in het slot van de tekst.

Slide 4 - Diapositive

Oefenen met hoofdgedachten (luisteren/kijken)
  • Luister goed en noteer:
  • Wat is het tekstdoel? (informeren / instrueren / overtuigen / activeren / opiniëren / amuseren)
  • Wat is de hoofdgedachte?

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Wat is de hoofdgedachte van deze video?

Slide 7 - Question ouverte

Slide 8 - Vidéo

Wat is de hoofdgedachte van deze video?

Slide 9 - Question ouverte

Slide 10 - Vidéo

Wat is de hoofdgedachte van deze video?

Slide 11 - Question ouverte

Slide 12 - Vidéo

Wat is de hoofdgedachte van deze video?

Slide 13 - Question ouverte

Slide 14 - Vidéo

Wat is de hoofdgedachte van deze video?

Slide 15 - Question ouverte

Slide 16 - Vidéo

Wat is de hoofdgedachte van deze video?

Slide 17 - Question ouverte

Oefenen met luistervragen
We kijken de laatste video helemaal. Maak de vragen op het werkblad.

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Vidéo

Vragen bespreken

Slide 20 - Diapositive

Oefenen met hoofdgedachten (lezen)
  • Verken de tekst en noteer:
  • Wat is het tekstdoel? (informeren / instrueren / overtuigen / activeren / opiniëren / amuseren)
  • Wat is de hoofdgedachte?

Slide 21 - Diapositive