Taal - Gedicht

• Taal
• Basisschool
• Groep 6

Taal

De Eiffeltoren lacht ons toe.

Vandaag zijn wij _______

in deze ijzeren __________

met de benen van stoer ______

Wie het eerste boven is! Roept Bram.

Een _____ zeg, zucht Mam.

Als ik het maar haal.

We stijgen samen tree voor tree

door de benen van de toren.

Zou hij mijn ______ horen?

Ik klim achter de _______ aan.

Wat voor soort tekst was dit?

Leerdoelen

- Je leert de opbouw van een gedicht herkennen

- Je leert je mening over een gedicht geven

- Je leert de betekenis van 10 nieuwe woorden en doelwoorden.

Ik meet de grootte van de Kerstboom

Jeetje wat is hij lang!

Ik schat de omtrek van de kluit

De boom gaat wel passen, wees maar niet bang

De ballen hang ik op met de klok mee

Hoeveel zouden het er al zijn?

Ik vermenigvuldig ze met het totaal

Het staat prachtig in de maneschijn

Maar wat is de hoogte van de boom nu precies?

En de oppervlakte wil ik ook weten

Hoeveel was het ook al weer?

Oops ik ben het vergeten

Ik meet de grootte van de Kerstboom

Jeetje wat is hij lang!

Ik schat de omtrek van de kluit

De boom gaat wel passen, wees maar niet bang

De ballen hang ik op met de klok mee

Hoeveel zouden het er al zijn?

Ik vermenigvuldig ze met het totaal

Het staat prachtig in de maneschijn

Maar wat is de hoogte van de boom nu precies?

En de oppervlakte wil ik ook weten

Hoeveel was het ook al weer?

Oops ik ben het vergeten

Wat voor soort tekst is dit?

Waar zie je dit aan?

Wat is het doel van de schrijver met deze tekst?

Ik meet de grootte van de Kerstboom

Jeetje wat is hij lang!

Ik schat de omtrek van de kluit

De boom gaat wel passen, wees maar niet bang

De ballen hang ik op met de klok mee

Hoeveel zouden het er al zijn?

Ik vermenigvuldig ze met het totaal

Het staat prachtig in de maneschijn

Maar wat is de hoogte van de boom nu precies?

En de oppervlakte wil ik ook weten

Hoeveel was het ook al weer?

Oops ik ben het vergeten

Welk rijmschema zie je?

Wat is het rijmschema van het gedicht?

1. a b a b
2. a b c b
3. a a b b
4. a b c d

Vond jij het een goed gedicht?
Waarom wel of niet?

Ik denk dat wel 100 kerstballen heb

Na mij gaat degene die links zit

2 x 2 = 4

De sneeuwbal is rond

Ik gebruik mijn lineaal

Wij hebben 3 Kerstbomen

Schatten

Met de klok mee

Vermenig-

vuldigen

Cirkel

Meten

Totaal

Vandaag is de burgemeester
_______
bij het Kerstcircus

1. hoogtevrees
2. knikkende knieën
3. te gast
4. indrukwekkende

Een artiest hangt in de
_______
van de circustent

1. hoogtevrees
2. knikkende knieën
3. te gast
4. nok

Het is een
_______
show, zegt de burgemeester.

1. hoogtevrees
2. knikkende knieën
3. indrukwekkende
4. nok

Zou zo'n artiest helemaal geen
_______
hebben?

1. hoogtevrees
2. knikkende knieën
3. indrukwekkende
4. nok

Ik zou
_______
als ik zo hoog hing!

1. hoogtevrees
2. knikkende knieën
3. indrukwekkende
4. wit wegtrekken

En
_______
hebben als ik weer op de grond stond.

1. hoogtevrees
2. knikkende knieën
3. indrukwekkende
4. wit wegtrekken

2 Opdrachten

- Maak een gedicht over Kerst met minimaal 4 regels

- Maak een woordspin over Kerst met minimaal 10 woorden

Woordspin Kerst