6.1 Eten of gegeten worden

6.1 eten en gegeten worden
1. Neem onderstaande leerdoelen over in je zuidschrift.
2. Kom in LessonUp.

  • Je kunt beschrijven dat bij fotosynthese energierijke stoffen worden gevormd uit energiearme stoffen, en hoe bij        verbranding die energie weer vrijkomt.

  • Je kunt de voedselrelaties tussen organismen beschrijven.




timer
5:00
1 / 46
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 46 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

6.1 eten en gegeten worden
1. Neem onderstaande leerdoelen over in je zuidschrift.
2. Kom in LessonUp.

  • Je kunt beschrijven dat bij fotosynthese energierijke stoffen worden gevormd uit energiearme stoffen, en hoe bij        verbranding die energie weer vrijkomt.

  • Je kunt de voedselrelaties tussen organismen beschrijven.




timer
5:00

Slide 1 - Diapositive

Planning
1. Voorkennisquiz (LU)
2. Uitleg + aantekeningen (ZS + boek)
3. Begripscheck (LU)
4. verwerken in opdrachten
________________________________________________________________
1. Verwerken in opdrachten
2. Lezen bs2

Slide 2 - Diapositive

voorkennisquiz

Slide 3 - Diapositive

Wat is ecologie?
A
De omgeving en het milieu waar het organisme in leeft.
B
Het bestuderen van de relaties tussen organismen en hun milieu.
C
De relaties tussen organismen onderling.
D
Het is een soort voedsel voor een ander organisme.

Slide 4 - Quiz

Welke zijn biotische factoren?
A
Temperatuur
B
Roofdieren
C
Soortgenoten
D
Water

Slide 5 - Quiz

Wat is een populatie?
A
Een ecosysteem.
B
Alle levende organismen in een gebied.
C
Een enkeling van een soort.
D
Een groep individuen van dezelfde soort.

Slide 6 - Quiz

Wat is een ecosysteem?
A
Alle biotische factoren in een bepaald gebied
B
Alle abiotische factoren in een bepaald gebied
C
Alle biotische en abiotische factoren in een bepaald gebied

Slide 7 - Quiz

Is dit een voedselweb of een voedselketen?
A
Voedselweb
B
Voedselketen

Slide 8 - Quiz

Zet de termen van klein naar groot in de juiste volgorde
Individu
Populatie
Levens-
gemeenschap
Ecosysteem

Slide 9 - Question de remorquage


Wie zijn de producenten van de voedselkringloop
A
planten
B
dieren
C
schimmels
D
bacteriën

Slide 10 - Quiz

Welke aanpassing hoort bij een plant die in een droge omgeving leeft?
A
Huidmondjes aan de oppervlakte van bladeren.
B
Behaarde bladeren
C
Klein wortelstelsel
D
Luchtkanalen in hun stengels om zuurstof op te nemen

Slide 11 - Quiz

Noem een voedselketen van 3 schakels uit dit voedselweb

Slide 12 - Question ouverte

zuidschrift + pen

Slide 13 - Diapositive

Ecologie
Bs 1 Eten en gegeten worden 
Bs 2 Piramiden 
Bs 3 De koolstofkringloop en stikstofkringloop
Bs 4 Biologisch evenwicht
Bs 5 Aanpassingen bij dieren 
BS 6 Aanpassingen bij planten
Thema 6

Slide 14 - Diapositive

6.1 Eten en gegeten worden

Slide 15 - Diapositive

Stofwisseling
Alle processen in een organisme waarbij stoffen worden omgezet in andere stoffen.

Stofwisseling vindt plaats in alle organismen.

Voorbeelden: fotosynthese en verbranding



Slide 16 - Diapositive

Energie maken (opslaan)

Slide 17 - Diapositive

Energie vrijmaken (opwekken)
Energierijke stoffen (brandstoffen) eten:
Koolhydraten, eiwitten, vetten

Energie vrijmaken:

Slide 18 - Diapositive



Fotosynthese
  • In bladgroenkorrels
  • Energiearme stoffen --> energierijke stoffen


Verbranding
  • Bij planten en dieren
  • Opgeslagen energie komt vrij
  • Belangrijkste brandstof is glucose
Stofwisseling
aantekening

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Voedselketen
  • Een reeks soorten, laat zien welk soort een ander eet
  • Bestaat uit verschillende schakels, eerste schakel altijd een plant*, alles daarna een dier
  • Pijl betekent 'wordt gegeten door'

Slide 21 - Diapositive

Voedselketen
  • Begint met een plant, een producent.                                    Planten produceren glucose = energie
  • Daarna komen de consumenten, dus planteneters en daarna vleeseters.

Slide 22 - Diapositive

De energie verplaatst zich door de voedselketen





         
                producent       -->      consument 1e orde     --> consument 2e orde

Slide 23 - Diapositive

 
Iedere voedselketen begint met een plant, een producent.

Daarna komen de consumenten. Eerst planteneters en daarna vleeseters.

Als laatste een roofdier dat weinig of geen vijanden heeft.

Alleseters kunnen overal staan, want die eten planten en dieren.
aantekening

Slide 24 - Diapositive

Voedselweb = Meerdere voedselketens door elkaar, Let op de pijlen!

Slide 25 - Diapositive

Wat als planten of dieren sterven zonder op te worden gegeten? 

Afvaleters!

Slide 26 - Diapositive

Afvaleters
  • Dode resten van organismen kunnen worden gegeten door afvaleters.

  • De afvaleters zijn net als alle andere dieren consumenten in de voedselketen.

Slide 27 - Diapositive

Reducenten
Bacteriën en schimmels
ruimen dode organismen
op. --> reducenten

Hierbij komen 
(energiearme) voedingsstoffen vrij

Slide 28 - Diapositive

Kringloop van stoffen

Slide 29 - Diapositive

aantekening
  • Reducenten (bacteriën en schimmels) zijn de schakel die de kringloop van stoffen sluitend maken. Zij breken resten af tot mineralen die de producenten weer gebruiken om van te groeien.

  • Voedsel en mineralen blijven in omloop
  • Energie stroomt door het systeem en gaat verloren als warmte

Slide 30 - Diapositive

LessonUp check!

Slide 31 - Diapositive

Vul in het schema van het voedselweb de volgende organismen op de juiste plaats in (zie afbeelding).
Tip: De waterkever eet de muggenlarve.
Muggenlarve
Snoek
Kikkervisje
Waterkever
Baars
Algen

Slide 32 - Question de remorquage

Hoeveel producenten zijn er in deze afbeelding?
(klik om te vergroten)

Slide 33 - Question ouverte

Waar horen pissebedden bij?
A
Consumenten 1e orde
B
Consumenten 2e orde
C
Consumenten 3e orde
D
Consument 1e orde en hoger

Slide 34 - Quiz

Wat heb je niet nodig voor fotosynthese?
fotosynthese:
koolstofdioxide + water + licht => glucose + zuurstof

Mineralen zijn nodig om van glucose eiwitten en vetten te maken, maar dat is geen fotosynthese
A
mineralen
B
zonlicht
C
water
D
koolstofdioxide

Slide 35 - Quiz

Wat is een voedselweb?
A
Één voedselketen
B
Meerdere voedselketens, met elkaar verbonden.
C
Een kringloop van voedsel

Slide 36 - Quiz

Producent, Consument of Reducent?
A
Producent
B
Consument
C
Reducent

Slide 37 - Quiz

Producent, Consument of Reducent?
A
Producent
B
Consument
C
Reducent

Slide 38 - Quiz

Producent, Consument of Reducent?
A
Producent
B
Consument
C
Reducent

Slide 39 - Quiz

Waarmee begint iedere voedselketen?
A
Consument 1e orde
B
Producent
C
Reducent
D
Heterotroof organisme

Slide 40 - Quiz

Bij welke groep hoort
de kikker?
A
Producent
B
Consument 1e orde
C
Consument 2e orde
D
Reducent

Slide 41 - Quiz

Waar horen pissebedden bij?
A
Consumenten 1e orde
B
Consumenten 2e orde
C
Consumenten 3e orde
D
Consument 1e orde en hoger

Slide 42 - Quiz

Kan je nu ...
- beschrijven dat bij fotosynthese energierijke stoffen worden gevormd uit energiearme stoffen, 
en hoe bij verbranding die energie weer vrijkomt?

-de voedselrelaties tussen organismen beschrijven?

Slide 43 - Diapositive


Kun jij... beschrijven dat bij fotosynthese energierijke stoffen worden gevormd uit energiearme stoffen
en hoe bij verbranding die energie weer vrijkomt?
ja volledig
ja, met wat oefening
ik heb nog vragen
nee, ik vind dit nog erg moeilijk

Slide 44 - Sondage


Kun jij..
-de voedselrelaties tussen organismen beschrijven?
ja volledig
ja, met wat oefening
ik heb nog vragen
nee, ik vind dit nog erg moeilijk

Slide 45 - Sondage

Wat
Lezen blz. 70-73
Maken 1-8 (van 4 alleen het schema invullen)
Hoe
Hulp
Klaar?
Nakijken en verbeteren (Classroom).
Test jezelf + flitskaarten in bvj online.
1) boek  2) buur  3 )docent
Je mag fluisterend samenwerken met je buur. 
Gesprekken gaan alleen over de opdrachten.
  • Je kunt beschrijven dat bij fotosynthese energierijke stoffen worden gevormd uit energiearme stoffen, en hoe bij verbranding die energie weer vrijkomt.
  • Je kunt de voedselrelaties tussen organismen beschrijven.
timer
30:00

Slide 46 - Diapositive