Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 90 min
Éléments de cette leçon
Formuleren les 3
Aantrekkelijk formuleren
Slide 1 - Diapositive
Lesdoel
Je kunt voorbeelden gebruiken om een tekst aantrekkelijker te maken.
Slide 2 - Diapositive
Voorkennis:
Formuleren, paragraaf 2 en 3
Variatie in woordgebruik en zinsopbouw
Slide 3 - Diapositive
Voorkennis
Hoe varieer je in woordgebruik?
Gebruik synoniemen en verwijswoorden.
Hoe varieer je in zinsopbouw?
Wissel tussen verschillende zinsvolgordes: OPA, APO, POA, PA.
Slide 4 - Diapositive
Formuleren, paragraaf 4
Voorbeelden gebruiken
Slide 5 - Diapositive
Waarom zou het belangrijk zijn om voorbeelden in een tekst te gebruiken?
Slide 6 - Question ouverte
Voorbeelden gebruiken
Een tekst of presentatie wordt leuker en duidelijker als je zo nu en dan een voorbeeld gebruikt.
Je kunt met een voorbeeld:
een moeilijk woord uitleggen;
een situatie duidelijker maken.
Slide 7 - Diapositive
Voorbeelden gebruiken
Als je in voorbeelden cijfers noemt, maak ze dan zo aansprekend mogelijk.
Voorbeeld:
300.000 kinderen, dat is 1 op de 12. In elke klas zijn dat dus twee of drie kinderen.
Slide 8 - Diapositive
Signaalwoorden
Je kunt een voorbeeld aankondigen met een signaalwoord: bijvoorbeeld, neem nou, zo, zoals, als, denk maar aan, een dubbele punt (:).
We gaan in Engeland veel leuke dingen doen, zoalsslapen in een gastgezin en gezellig eten met vrienden.
Slide 9 - Diapositive
Vul onderstaande zin aan met een bijpassend signaalwoord + drie voorbeelden. Als je op vliegvakantie gaat, kun je naar verschillende Europese landen ....
Slide 10 - Question ouverte
Schrijf voorbeelden bij deze zin:
Tijdens de vakantie heeft Lot ontzettend leuke dingen gedaan.