Kunstzinnige vorming Milepost 2

Milepost 2
   Ontdekkingsreizigers & Avonturiers
Kunstzinnige Vorming
Schilderkunst in de Gouden Eeuw
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisBasisschoolGroep 3

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Milepost 2
   Ontdekkingsreizigers & Avonturiers
Kunstzinnige Vorming
Schilderkunst in de Gouden Eeuw

Slide 1 - Diapositive

Assessmentdoel
Ik kan mijn werk verklaren door te vertellen wat ik heb gedaan en waarom.

Wat wordt er bedoeld met dit doel? 
Hoe kan je zien dat je dit doel beheerst? Welk gedrag hoort erbij?

Bespreek dit in je groepje (3 minuten) en vervolgens klassikaal.

Slide 2 - Diapositive

Dit ga je leren:
* Wat de Gouden Eeuw is.
* Enkele beroemde schilders uit deze tijd.
* Kenmerken van de schilderkunst in deze tijd.
* Genres binnen de schilderkunst in deze tijd.

Slide 3 - Diapositive




De Tijd van ontdekkers en Hervormers en De tijd van Regenten en Vorsten

Slide 4 - Diapositive

De Republiek wordt rijk
  • Tussen 1600-1700 veel winst met de handel die ontstond dankzij de ontdekkingsreizen.

  • Vooral rijke kooplieden worden steeds rijker.

  • Hoe meer geld, hoe meer macht.

  • Deze periode noemen we in Nederland de Gouden Eeuw.

Slide 5 - Diapositive

De Gouden Eeuw
  • Stadsbestuur plaatste nieuwe grote prachtig versierde gebouwen.

  • Dit straalde macht en rijkdom uit.

  • Rijke kooplieden bouwden luxe grachtenpandjes.

  • Ze plaatsten kunst in hun huis om te laten zien hoe rijk ze zijn.
Word zo genoemd omdat het ontzettend goed ging met de: handel, economie, kunst en wetenschap.

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Waarom noemen wij de Gouden eeuw eigenlijk de Gouden eeuw?
A
Het ging heel goed met de handel en de kunst!
B
Er zijn toen veel schilderijen met gouden lijsten gemaakt
C
Het word gezien als de beste tijd ooit, vandaar 'gouden eeuw'
D
Er werd toen veel goud uitgegeven aan dure dingen

Slide 8 - Quiz

Schilderkunst
De Gouden Eeuw was dus een bloeiperiode voor de kunst.

Slide 9 - Diapositive

Beroemde schilders
* Rembrandt van Rijn
* Johannes Vermeer
* Jan Steen
* Frans Hals
*  Jacob van Ruisdael

Slide 10 - Diapositive

Rembrandt van Rijn

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Johannes Vermeer

Slide 13 - Diapositive

Jan Steen 

Slide 14 - Diapositive

Frans Hals

Slide 15 - Diapositive

Jacob van Ruisdael

Slide 16 - Diapositive

Schilderkunst uit de Gouden Eeuw herkennen.

Slide 17 - Diapositive

Kenmerken van de Nederlandse kunst van de 17e eeuw.



De tijd van Regenten en Vorsten, wordt ook wel vaak de Gouden Eeuw genoemd. In deze tijd ging het de Republiek der Verenigde Nederlanden voor de wind. Op economisch gebied, maar ook op het gebied van kunst en wetenschap, bloeide er van alles.
1
De kleuren in de schilderijen zijn vrij sober. Eenvoud is normaal.
2
Nederlandse schilders bekwaamden zich in het realisme. De personen op de schilderijen moesten eruit zien alsof je ze kon aanraken.
3
De schilderijen hadden als onderwerp meestal de alledaagse werkelijkheid. Een wereld die de kijker herkende.
4
Landschapsschilderijen zijn ook populair. Omdat in de stad weinig te zien is van de natuur, geven schilderijen een kijkje in dat wat je normaal niet kunt zien.

Slide 18 - Diapositive

Schilderkunst genres

Slide 19 - Diapositive

Realisme

Slide 20 - Diapositive

Portretten

Slide 21 - Diapositive

Stillevens

Slide 22 - Diapositive

Landschappen

Slide 23 - Diapositive

Zeegezichten

Slide 24 - Diapositive

Dagelijks leven

Slide 25 - Diapositive

Architectuur

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Vidéo

Welke schilder komt uit de Gouden Eeuw?
A
Vincent van Gogh
B
Frans Hals
C
Pablo Picasso
D
Antoni Gaudi

Slide 28 - Quiz

Wat is een kenmerk van de schilderkunst in de Gouden Eeuw?
A
Realistische onderwerpen
B
Felle kleuren
C
Grof geschilderd, weinig details
D
Fantasie

Slide 29 - Quiz

Welke genres zijn typerend voor de schilderkunst in de Gouden Eeuw?
A
Portretten
B
Abstracte kunst
C
Landschappen
D
Stillevens

Slide 30 - Quiz