HORECA Afsluitende toets FASE 4

Fase 4
Afsluitende toets
            Horeca    
1 / 40
suivant
Slide 1: Diapositive
Consumptieve techniekHoreca+1PraktijkonderwijsLeerjaar 3

Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Fase 4
Afsluitende toets
            Horeca    

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een restaurant is een voorbeeld van een
A
drankverstrekkend bedrijf
B
voedselverstrekkend bedrijf
C
logiesverstrekkend bedrijf
D
dienstenverstrekkend bedrijf

Slide 2 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een hotel is een voorbeeld van een
A
drankverstrekkend bedrijf
B
voedselverstrekkend bedrijf
C
logiesverstrekkend bedrijf
D
dienstenverstrekkend bedrijf

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke groente is dit?
A
Courgette
B
Knoflook
C
Ui
D
Lente ui

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe heet deze groente?
A
knoflook
B
ui
C
peper
D
wortel

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke groente is dit
A
bloemkool
B
broccoli
C
romanesco
D
bosui

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Koolhydraten komen vooral voor in brood, aardappelen en pasta
A
wel in brood, aardappelen en pasta
B
wel in brood en pasta
C
wel in aardappelen
D
wel in aardappelen en brood

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke groente is dit
A
pompoen
B
aubergine
C
courgette
D
bleekselderij

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom is hygiëne
zo belangrijk in de
horeca?

Slide 9 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe houd jij rekening met
hygiëne op je werk/stage of
in de praktijkles?

Slide 10 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat had de kok aan moeten hebben? Sleep de juiste dingen op elkaar.
Geen sieraden
Horloge af
Koksbuis
Veiligheidsschoenen
Koksbroek
Haarnetje

Slide 11 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Kies het goede antwoord

HACCP staat voor:

1. Je onderzoekt of er gevaar is voor de veiligheid van jouw voedsel.
2. Je voorkomt of vermindert gevaar voor de voedselveiligheid.
A
alleen 1 is waar
B
alleen 2 is waar
C
1 en 2 zijn niet waar
D
1 en 2 zijn waar

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hygiënisch werken
Bacterie 
Lichaamshouding
Korte nagels
Ziekteverzuim
Arbowet
HACCP-regels

Slide 13 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Dierlijk voedsel
Plantaardig voedsel
Een ei
Bloemkool
Yoghurt
Roomboter
Olijfolie
Spinazie
Kaas

Slide 14 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een kruisbesmetting?
A
bacteriën worden gekruist om zich te vermeerderen
B
besmetting door een kruisspin
C
bacteriën worden van het ene product overgebracht op een ander product
D
een kruis in een tomaat maken zodat bacteriën eruit kunnen

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke taak moet Aurek
vandaag nog uitvoeren?
A
Ramen zemen
B
Vloer restaurant dweilen
C
Stoelen afnemen
D
Bar schoonmaken

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Op welke manier ben jij verantwoordelijk voor de voedselveiligheid?
A
voedsel niet in gevaar te brengen bij het kopen
B
voedsel niet in gevaar te brengen bij het bereiden
C
voedsel niet in gevaar te brengen bij het bewaren
D
bij alle drie de manieren

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het menu is: 
In olie gebakken kip met kerriesaus, zilvervliesrijst en als toetje Yoghurt. 
Uit welke vakken van de Schijf van Vijf is niets gekozen?
Brood, graanproducten en aardappelen.
Groente en fruit.
Olie en vetten
Zuivel, noten, vis en peulvruchten, vlees en ei.
Water en thee
Niets 
gekozen uit 
de Schijf van Vijf
Wel 
gekozen uit 
de Schijf van Vijf

Niets 
gekozen uit 
de Schijf van Vijf
Wel 
gekozen uit 
de Schijf van Vijf

Wel 
gekozen uit 
de Schijf van Vijf

Slide 18 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Zit het in de schijf van vijf? ja of nee?
In de schijf van vijf
Niet in de schijf van vijf

Slide 19 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom staat suiker niet in de schijf van vijf?

Slide 20 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Snipperen
Hakken
Brunoise snijden
Julienne snijden

Slide 21 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Op de foto zie je vlees dat is
____________
A
gemarineerd
B
gewassen
C
gepaneerd
D
gemengd

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe noem je iemand die geen vlees of vis eet?
A
Veganist
B
Vegetariër
C
Flexitariër
D
Kannibaal

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Semi-zelfbediening
Zelfbediening
Bediening

Slide 24 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Begroeten van de gast.
Wat kan ik voor u inschenken?
Heeft het gesmaakt?
Afrekenen
Afronden en afscheid nemen
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Stap 5

Slide 25 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Catering
kok / restaurant
aanvullen van buffetten en automaten
assisteren bij bereiden van maaltijden
bedenken van maaltijden voor klanten
bedienen van klanten

Slide 26 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is veilig in een keuken?
A
Onveilig gebruik
B
Gaan lopen met het mes
C
Het mes in de wasbak achterlaten
D
Het mes veilig opbergen, naast de snijplank

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Je mag altijd een ring om in de keuken
A
Nee, dat mag nooit
B
Ja, dat mag gewoon
C
Ja, alleen een gladde trouwring
D
Ja, alle gladde ringen mag

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Servies 
bestek
Koksmes
Pollepel
Garde
Opscheplepel

Slide 29 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Sleep elk woord naar het juiste plaatje
kookpan
roosteren
bestek
pannenlappen
bereidingstijd
kookwekker
steelpan

Slide 30 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4

tafel schoon
maken met een doekje

placemats op tafel leggen

glazen en bestek poleren

borden en bestek op tafel leggen

Slide 31 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Ingrediënten pannenkoek
bloem
melk
vanillesuiker
ei
zout
boter

Slide 32 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Voedsel
Voedingsstoffen
tomaten
kaas
croissantje
rijst
vetten
mineralen
eiwitten
vitamines
koolhydraten
water
pannenkoek
cola
hamburger
banaan
chocomel

Slide 33 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat doe je als je kookt?
Lees de werkwoorden.
Welk plaatje hoort bij dit werkwoord?

Sleep het werkwoord naar het goede nummer 
Kan je met het werkwoord een zin maken bij het plaatje?
Wat kook jij graag?
1
2
3
4
5
6
Afgieten
Schenken
Kruiden
Bakken
Mengen
Snijden

Slide 34 - Question de remorquage

Voor de docent

Instructie
- Klik op de afbeeldingen om ze te vergroten.
- Klik op de hotspots voor een extra oefening met de werkwoorden en een gespreksopener.
- Uiteraard mogen ook andere werkwoorden benoemd worden. Discussie over wat ze zien op de afbeelding is geen probleem. Zie deze oefening als een opening om met elkaar in gesprek te gaan.

Klik hier voor de les.
Sleep het blauwe woordje op het juiste rode zinnetje!
Ik weet hoe ik de saus moet klaarmaken, als ik de ......... lees.
Na het bakken, kunnen we het vlees nog even gaar ........
De koks ....... de schaal voordat hij geserveerd gaat worden.
Een platte lepel met gaatjes noemen we een ......
gebruiksaanwijzing
stoven
garneren
schuimspaan

Slide 35 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Water koken
Pasta toevoegen
Pasta beetgaar koken
pasta afgieten
pasta naspoelen

Slide 36 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom moet je fruit wassen?

Slide 37 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

dunschiller
kookpan
koekenpan
mengkom en zeef
Stamper
aardappels schillen
aardappels, boerenkool en rookworst koken.
Gebakken spekjes
afgieten
alles stampen

Slide 38 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Schillen
Snijden
Koken

Slide 39 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat voor soort fruit is een citroen?
A
Citrus fruit
B
Hard fruit
C
Zacht fruit
D
Exotisch fruit

Slide 40 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions