Leerjaar 1 - Thema 5 - herhalen zintuigen

Leerjaar 1 - Thema 5 - herhalen zintuigen
1 / 42
suivant
Slide 1: Diapositive
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 42 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Leerjaar 1 - Thema 5 - herhalen zintuigen

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat vangen de zintuigcellen in je zintuigen op?
A
Impulsen
B
Zenuwen
C
Prikkels
D
Licht

Slide 2 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Oorschelp
Gehoorzenuw
Evenwichts-orgaan
Gehoorgang
Buis van 
Eustachius
Slakkenhuis
Gehoor-beentjes

Slide 3 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat voor impulsfrequentie verwachten we bij een geluid boven de 80 dB?
A
B

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is drempelwaarde?
A
de hoogste prikkelfrequentie voor een zintuig
B
de laagste prikkelfrequentie voor een zintuig
C
de hoogste prikkelsterkte die een impuls veroorzaakt
D
de laagste prikkelfrequentie die een impuls veroorzaakt

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Sleep de juiste ligging naar het juiste zintuig.
huid
oren
ogen

Slide 6 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

De buis van Eustachius verbindt
A
de trommelholte met het middenoor
B
de oorschelp met de keelholte
C
het slakkenhuis met de trommelholte
D
de trommelholte met de keelholte

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bloedvat
Talgklier
Pijnpunt
Zweetklier
Drukzintuig
Zenuw
Vet
Tastzintuig

Slide 8 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Zintuig
Ligging
Adequate prikkel
1. Horen 

2. Ruiken

3. Pijn

Type
Gehoorzintuig
Reukzintuig
Pijnzintuig
Oren
Geluid
Moleculen in de lucht
Extreme druk
overal in het lichaam
in de neus

Slide 9 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe sterker de prikkel, hoe
...
de impulsfrequentie
A
lager
B
hoger

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar bevinden de smaakknopjes zich?
A
Aan de achterkant van de tong
B
Op de top van de smaakpapillen
C
Aan de zijkant van de smaakpapillen
D
Aan de onderkant van de smaakpapillen

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Met pijnpunten kan je pijn waarnemen. Wat zijn pijnpunten?
A
uiteinden van huidcellen
B
uiteinden van zenuwcellen
C
uiteinden van spiercellen
D
uiteinden van warmtezintuigcellen

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn warmtezintuigen?
A
zintuigen die warm zijn
B
zintuigen die warm worden als je ze gebruikt
C
zintuigen die reageren op warmte
D
koud

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Reukzintuig
Neusslijmvlies
Neusholte
Geurstoffen

Slide 14 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

smaakknopje
groef
zenuw
slijmklier

Slide 15 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

De functies van zintuigen zijn......
A
Prikkels en impulsen opvangen
B
Prikkels opvangen en impulsen afgeven
C
Prikkels afgeven en impulsen opvangen
D
Prikkels en impulsen afgeven

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

lens
iris
netvlies
oogzenuw
glasachtig lichaam

Slide 17 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Oogzenuw
Vaatvlies
glasachtig lichaam
Netvlies

Slide 18 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Traanbuis
Ooglid
Traanklier
Wimpers
Wenkbrauw

Slide 19 - Question de remorquage

1= Wenkbrauw
2= Traankllier
3= Ooglid
4= Traanbuis
5= Wimpers
wat doen de gehoorbeentjes?
A
trillingen versterken en doorgeven aan het slakkenhuis
B
trillingen opvangen van buiten
C
trillingen verzachten
D
niets

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke uitspraak over de pupilreflex is juist?
Een pupilreflex ontstaat ...
A
alleen als de hoeveel-heid licht afneemt
B
alleen als de hoeveel-heid licht toeneemt
C
als jij dat zelf wilt, je beslist dit met je hersenen
D
zowel bij het afnemen als het toenemen van de hoeveelheid licht

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het zenuwstelsel wordt onderverdeeld in een ..... zenuwstelsel.
A
Voorste en achterste
B
Centraal en perifeer
C
Groot en klein
D
Binnenste en buitenste

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk oog is bijziend en welk oog is verziend?
Verziend
Bijziend

Slide 23 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Staafjes...
A
zitten niet in de gele vlek, wel in de blinde
B
zitten niet in de gele vlek en niet in de blinde
C
zitten in de gele vlek en niet in de blinde
D
zitten in de gele vlek en in de blinde

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Wat doen kegeltjes?
A
Kegeltjes zorgen voor het waarnemen van diepte
B
Kegeltjes zorgen ervoor dat we onze ogen kunnen bewegen
C
Reageren op zwak licht, hierdoor kunnen we goed zien in het donker
D
Vangen sterk licht op en kunnen kleur onderscheiden

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

gehoorschade loop je op bij
A
50 Decibel
B
60 Decibel
C
80 Decibel
D
100 Decibel

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een reflexboog?
A
Een bewuste reactie vanuit de hersenen
B
Een snelle, onbewuste reactie op een prikkel
C
De weg die impulsen van de zintuigen naar de hersenen afleggen
D
De weg die impulsen bij een reflex afleggen

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een signaal?
A
Dat is iets wat je ziet.
B
Dat is een manier van communiceren.
C
Dat is een begroeting.
D
Dat is een handeling van sociaal gedrag. Een prikkel voor een soort genoot.

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Handeling
Gedragsketen

Slide 29 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Iemand trapt op een punaise . Tijdens de reflex die daarop volgt, wordt het been omhooggetrokken.

Beschrijf de reflexboog waarlangs de impulsen worden geleid bij deze reflex. 
Beenspieren
Gevoelszenuwcellen
Bewegingszenuwcellen
Zintuigen in de voet
Schakelcellen in het ruggenmerg

Slide 30 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een uitwendige prikkel?
A
honger, dorst of angst
B
geluid, geur of tast

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Glucose is te ....
Glucose is te ....
hoog
laag
aanmaak insuline
glucagon aanmaak

Slide 32 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Zenuwen zijn lange ...........van zenuwcellen
A
draden
B
streepjes
C
punten
D
uitlopers

Slide 33 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Zet in de juiste volgorde
Iemand trommelt
Trillingen gaan door de lucht
Trillingen komen bij je oorschelp
Trillingen gaan door je gehoorgang
Trillingen laten trommelvlies trillen
Gehoorbeentjes geven trilling door aan slakkenhuis
Trommelvlies laat gehoorbeentjes trillen
Slakkenhuis maakt een impuls 

Slide 34 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

ruggenmerg
wervel
zenuw

Slide 35 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is glycogeen?
A
Een hormoon dat voor stijging van glucose zorgt
B
Glucose in opgeslagen toestand
C
Een hormoon dat voor het dalen van glucose zorgt
D
Een enzym dat voor stijging van insuline zorgt

Slide 36 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Iemand is moe of verveeld.
Iemand geeuwt tijdens de uitleg.
Observatie of interpretatie? 
Observatie
Interpretatie

Slide 37 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Het paard zwaait met de staart.
Het paard is blij.
Observatie of interpretatie? 
Observatie
Interpretatie

Slide 38 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Vul de ontbrekende woorden in. Kies uit: 
Bij een lage toon heb je ..................... trillingen per seconde.
Bij een hoge toon heb je .................. trillingen per seconde.
Bij zacht geluid heb je  ..................... trillingen.
Bij hard geluid heb je  ..................... trillingen.
hevige
kleine
veel
weinig

Slide 39 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Insuline
Glucagon
Invloed op koolhydraatstofwisseling
Hoge bloedsuikerspiegel na eten (glucose)
Omzetten teveel aan glucose in glycogeen -> daling bloedsuikerspiegel
Opslag glycogeen in lever en spieren
Bij stijging lichamelijke inspanning wordt glycogeen omgezet in glucose
Stijging bloedsuikerspiegel 

Slide 40 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Schakelcel
Bewegingszenuwcel
Gevoelszenuwcel

Slide 41 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Op welke plek zijn de trilhaartjes beschadigd als de hoge tonen wegvallen?
A
Aan het begin van het basilair membraan
B
In het midden van het basilair membraan
C
Aan het einde van het basilair membraan
D
In de gehoorzenuw

Slide 42 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions