Oefentoets lezen H1 en 2

Oefentoets H1 en 2 - lezen
Je oefent met de lesstof van H1 en 2 
(tekstopbouw en hoofdgedachte,
samenvatten en over hoofd- en bijzaken)

1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Oefentoets H1 en 2 - lezen
Je oefent met de lesstof van H1 en 2 
(tekstopbouw en hoofdgedachte,
samenvatten en over hoofd- en bijzaken)

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lezen
Samen lezen we de tekst: 
'De Sint zegt niets lelijks meer over kinderen'. 

De tekst krijg je op papier.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het onderwerp van de tekst?

A
kinderen naar Spanje
B
Luutje in de zak
C
Sint en Piet in de klas
D
Sinterklaasfeest

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat bracht de schrijver op het idee om deze tekst te schrijven?

Slide 4 - Question ouverte

Het aanstaande Sinterklaasfeest

Boven welke alinea past het volgende tussenkopje het best:
Basisregels straffen
A
2
B
4
C
5
D
6

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


‘Drie basisregels van straffen werden door Sinterklaas met voeten getreden.’(al. 2) Wat doet iemand
als hij ‘iets met voeten treedt’? 
A
alles met opzet voor een ander doen
B
iemand onder de voet lopen
C
straffen omdat dat zo hoort
D
zich (bewust) niet aan de regels houden

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Wat is het deelonderwerp van alinea 3 en 4 samen?
A
corrigerende tik
B
dreigen
C
dreigen en straffen
D
opvoeden

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


‘Sinterklaas is een lieve man geworden.’ (al. 3)
Waaruit blijkt dat Sinterklaas vroeger een minder lieve man was?

Slide 8 - Question ouverte

Vroeger werd er meer gedreigd (en gestraft) met de ‘zak en Spanje’.

‘Volgens Levering houden Nederlanders niet van straffen.’ (al. 5)
Levering vergelijkt de kindvriendelijkheid van de Nederlanders met die van de Engelsen.
Welke bewijs geeft hij dat Nederlanders waarschijnlijk minder van straffen hielden dan Engelsen? 

Slide 9 - Question ouverte

In Nederland werden in de 19de eeuw lijfstraffen op school afgeschaft. In Engeland duurde die
afschaffing nog honderd jaar.
Wat is de hoofdgedachte van de tekst?
A
Het is goed dat ouders niet meer dreigen en straffen met Sinterklaas om iets voor elkaar te krijgen bij hun kind.
B
Het is jammer dat ouders niet meer dreigen en straffen met Sinterklaas om iets voor elkaar te krijgen bij hun kind.
C
Het niet meer dreigen en straffen met Sinterklaas past niet meer in deze tijd en komt het Sinterklaasfeest ten goede.
D
Het niet meer dreigen en straffen met Sinterklaas toont aan dat Sinterklaas niets lelijks meer zegt over kinderen.

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Met welk doel is deze tekst vooral geschreven?
A
De lezer ergens van overtuigen.
B
De lezer ergens voor waarschuwen.
C
De lezer informatie geven.
D
De lezer overhalen om iets wel of niet te gaan doen.

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Op welke twee voorkeursplaatsen vind je vaak hoofdzaken van een tekst?

Slide 12 - Question ouverte

- de inleiding
- het slot
Noteer twee woorden waaraan je kunt zien dat er voorbeeld of een uitleg volgt.

Slide 13 - Question ouverte

Twee van de volgende:
- bijvoorbeeld
- neem nou
- zo
- zoals
- onder andere
Welke bewering is waar?
A
De hoofdgedachte is de kortste samenvatting van een tekst.
B
In het middenstuk maak je kennis met het onderwerp van de tekst.
C
Je leest altijd wat de aanleiding was voor het schrijven van de tekst.
D
Tussenkopjes zijn hetzelfde als deelonderwerpen.

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zet je in een samenvatting van een tekst?

A
bijzaken
B
een lange uitleg
C
hoofdzaken
D
voorbeelden

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Op welke vraag geeft de hoofdgedachte van een tekst antwoord?
A
Wat is de mening van de schrijver over het onderwerp van de tekst?
B
Wat is het belangrijkste wat de schrijver over het onderwerp vertelt?
C
Wat is het onderwerp van de tekst?
D
Wat vertelt de inleiding over het onderwerp van de tekst?

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het was goed om de oefentoets op deze manier te bespreken.
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 18 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions