Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
aiToolsTab
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Redekundig ontleden t/m mv
Redekundig ontleden
Tot en met het meewerkend voorwerp
1 / 18
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Cette leçon contient
18 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
60 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Redekundig ontleden
Tot en met het meewerkend voorwerp
Slide 1 - Diapositive
Leerdoelen:
- Je kunt de persoonsvorm vinden in een zin.
- Je kunt een zin in zinsdelen verdelen.
- Je kunt de volgende zinsdelen in een zin benoemen: het werkwoordelijk gezegde, het onderwerp, het lijdend voorwerp en het meewerkend voorwerp.
Slide 2 - Diapositive
Hoe kun je de persoonsvorm in een zin vinden?
Slide 3 - Question ouverte
Persoonsvorm
Onderwerp
Werkwoordelijk gezegde
Lijdend voorwerp
De zin in een andere tijd zetten.
Wie/wat + wg + o?
Wie/wat + wg?
Alle werkwoorden in de zin.
Slide 4 - Question de remorquage
Uit hoeveel zinsdelen bestaat de volgende zin?: De voetballer brak tijdens de wedstrijd zijn been.
A
één
B
twee
C
drie
D
vier
Slide 5 - Quiz
Wat is het werkwoordelijk gezegde in de volgende zin?: De voetballer brak tijdens de wedstrijd zijn been.
A
de voetballer
B
brak
C
tijdens de wedstrijd
D
zijn been
Slide 6 - Quiz
Wat is het onderwerp in de volgende zin?: De voetballer brak tijdens de wedstrijd zijn been.
A
de voetballer
B
brak
C
tijdens de wedstrijd
D
zijn been
Slide 7 - Quiz
Wat is het lijdend voorwerp in de volgende zin?: De voetballer brak tijdens de wedstrijd zijn been.
A
de voetballer
B
brak
C
tijdens de wedstrijd
D
zijn been
Slide 8 - Quiz
Stappenplan redekundig ontleden:
1) Zoek de persoonsvorm (pv)
2) Verdeel de zin in zinsdelen.
3) Benoem het werkwoordelijk gezegde (wg).
4) Benoem het onderwerp (o).
5) Benoem het lijdend voorwerp (lv).
Slide 9 - Diapositive
Aan de slag!
Maak het werkblad dat de docent uitdeelt.
Slide 10 - Diapositive
Nakijken
Slide 11 - Diapositive
Meewerkend voorwerp (mv):
- Het meewerkend voorwerp (mv) is de ontvanger.
- Trucje 1: aan/voor wie/wat + werkwoordelijk gezegde + onderwerp + lijdend voorwerp?
- Trucje 2: kijk of je in een zinsdeel met een persoon/dier/ding aan/voor kunt toevoegen of weglaten.
Slide 12 - Diapositive
Even oefenen...:
1) Pieter geeft Hans een trap.
2) Gisteren heb ik boodschappen gedaan voor oma.
3) Hij stuurde zijn vriend een lang bericht.
4) Ik gaf mijn mooiste pen aan hem.
Slide 13 - Diapositive
Wat is het meewerkend voorwerp in de volgende zin?: Gisteren gaf Joey zijn avondeten aan de hond.
A
gaf
B
Joey
C
zijn avondeten
D
aan de hond
Slide 14 - Quiz
Wat is het meewerkend voorwerp in de volgende zin?: Morgen zal ik jou je pen teruggeven.
Slide 15 - Question ouverte
Aan de slag!
Maak het werkblad dat de docent uitdeelt.
Slide 16 - Diapositive
Nakijken
Slide 17 - Diapositive
Kun je na deze les het meewerkend voorwerp in een zin benoemen?
Ja, dat kan ik!
Nee, dat lukt nog niet.
Slide 18 - Sondage
Plus de leçons comme celle-ci
Talent 3.7 Grammatica Meewerkend voorwerp
November 2023
-
26 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 2-4
herhaling grammatica Kapitel 5
July 2025
-
14 diapositives
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
h3 redekundig ontleden basistoets vooraf
July 2021
-
20 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1-3
toetsstof hoofdstuk 1 Talent
October 2025
-
19 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
Zinsdelen en zinsopbouw
January 2022
-
25 diapositives
Taal
Basisschool
Groep 7,8
Kidsweek in de Klas
persoonlijk voornaamwoorden + o/lv/mv naamvallen M3
July 2025
-
18 diapositives
Duits
Middelbare school
vmbo t, vwo
Leerjaar 3
1.7 Persoonsvorm, werkwoordelijk gezegde en onderwerp
October 2025
-
14 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
Quizje zinsdelen herhaling brugklas
September 2024
-
10 diapositives
Quiz!