BVJ 4.3 Bacteriën en schimmels

Micro-organismen
bacteriën                schimmels
bacterien alleen met een elektronenmicroscoop 
minimale vergroting 1000
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 3

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Micro-organismen
bacteriën                schimmels
bacterien alleen met een elektronenmicroscoop 
minimale vergroting 1000

Slide 1 - Diapositive

Kenmerken bacteriën



  • één cel
  • erg klein
  • 1 of meer zweepharen
  • geen celkern: chromosomen liggen los in het cytoplasma

Slide 2 - Diapositive

Bacterie met zweepharen

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Voortplanting bacteriën


  • celdeling (elk halfuur delen)
  • 1-2-4-8-16-32-64-128-256, etc

Slide 5 - Diapositive

Een bacteriekolonie is wel met het blote oog te zien

Slide 6 - Diapositive

Kenmerken
Schimmels
  • eencellig of meercellig
  • eencellig zijn gisten en meestal eivormig of rond
  • meercellige bestaan uit lange draden 

Slide 7 - Diapositive

Beschimmeld brood
Schimmeldraden

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Gist
Gist is een eencellige schimmel

meestal eivormig of rond

Er groeit een knop aan de gistcel en hieruit groeit een nieuwe gistcel.

Slide 10 - Diapositive

Voortplanting meeercellige schimmels


  • sporen = cel waar nieuwe schimmel uit komt
  • aan uiteinde schimmeldraad
  • of onder de paddenstoel
  • knopvorming

Slide 11 - Diapositive

Paddenstoel
paddenstoelen zijn de vruchtlichamen van een meercellige schimmel. In de paddestoel vormen zich de sporen.

Slide 12 - Diapositive

Nut en schade
Bacteriën en schimmels kunnen nuttig en schadelijk zijn.
Zij voeden zich met dode resten van organismen. 
Bij de afbraak van die resten ontstaan 
weer voedingsstoffen voor planten. 

Organismen die dode resten afbreken, 
noem je reducenten.


Slide 13 - Diapositive

In onze darmen leven miljarden bacteriën
Zij breken bepaalde voedingsstoffen af en helpen zo met de vertering

Slide 14 - Diapositive

Bederven
  • Koelen/ vriezen
  • Conserveren (luchtdicht, zuur, zout, drogen, pasteuriseren

Slide 15 - Diapositive

bacteriële infectie: krentenbaard
Te bestrijden met: antibioticia
schimmelinfectie: zwemmerseczeem
Te bestrijden met: antimycotica

Slide 16 - Diapositive

HYGIËNE

Slide 17 - Diapositive

biotechnologie
Het gebruik van bacterien in ons voordeel

Antibioticia maakt bacteriën dood: penicilline is een antibiotica gemaakt door een penseelschimmel 

Insuline wordt gemaakt mbv bacterien en is een geneesmiddel bij suikerziekte

aspartaam is een zoetstof gemaakt door bacterien

In wasmiddel zitten eiwitten (enzymen) gemaakt door bacterien

Slide 18 - Diapositive

yoghurt en zuurkool krijgen hun smaak door melkzuurbacterien
brood, wijn, bier, schimmelkaas worden gemaakt met gisten en schimmels

Slide 19 - Diapositive

Brood rijst door gist

Gist produceert koolstofdioxide en alcohol.
Koolstofioxide is een gas en laat het brood rijzen

De alcohol verdampt bij het bakken

Slide 20 - Diapositive


Welke rijken zijn er?
A
bacteriën, schimmels, mens, dier
B
mens, schimmels, planten, bacteriën
C
planten, bacteriën, schimmels, dier
D
planten, bacteriën, schimmels

Slide 21 - Quiz

Wat kwam er als eerst op aarde?
A
Bacteriën
B
Zuurstof
C
Dieren
D
Eencellige planten

Slide 22 - Quiz


Wat heeft een bacterie niet en een dier wel?
A
celwand
B
celkern
C
celmembraan
D
cytoplasma

Slide 23 - Quiz

Stamboom slangen.
Met welk soort vertoont soort 2 de meeste verwantschap?
A
1
B
3
C
4
D
6

Slide 24 - Quiz


Wat is een ééncellige schimmel?
A
champignon
B
paddenstoel
C
gist
D
zowel a,b als c

Slide 25 - Quiz


Hoe planten meercellige schimmels zich voort?
A
sporen
B
deling
C
bestuiving
D
zaden

Slide 26 - Quiz


Hoe worden bacteriën en schimmels ook wel genoemd?
A
reducenten
B
producenten
C
consumenten
D
families

Slide 27 - Quiz


Waar leven bacteriën en schimmels van?
A
van dode planten
B
van dode dieren
C
van resten van dieren
D
van resten van dode organismen

Slide 28 - Quiz