Cette leçon contient 18 diapositives, avec diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Een instructie schrijven
Slide 1 - Diapositive
Doelen
Je weet wat een instructie is.
Je weet hoe je een instructie moet schrijven.
Je kunt een passende opmaak kiezen voor een instructie.
Slide 2 - Diapositive
Opdracht 1
Zoek een blaadje en vouw een papieren vliegtuig.
Hiervoor heb je 3 minuten de tijd.
timer
3:00
Slide 3 - Diapositive
Opdracht 1b Vergelijken
Zijn alle vliegtuigjes in dezelfde volgorde gevouwen?
Hoe kan het dat niet alle vliegtuigjes gelijk zijn?
Vliegen de vliegtuigjes hetzelfde?
Slide 4 - Diapositive
Een instructie
De vliegtuigjes zijn niet allemaal gelijk, omdat er geen uitleg gegeven is over hoe en in welke volgorde je een vliegtuigje moet vouwen. Je noemt deze uitleg een instructie.
Bij een instructie leg je iemand uit hoe je iets moet doen. Het is belangrijk dat je de informatie in een logische volgorde opschrijft.
Slide 5 - Diapositive
Een instructie schrijven
Wanneer je een intstructie gaat schrijven is het belangrijk om te bedenken in welke volgorde je de informatie zet.
Met welke informatie begin je?
Welke informatie schrijf je daarna?
Met welke informatie eindig je?
Slide 6 - Diapositive
Een instructie schrijven
Een instructie schrijf je in de gebiedende wijs, dat betekent dat de meeste zinnen beginnen met een werkwoord (doe-woord).
Soms is het ook belangrijk dat je bepaalde dingen nodig hebt, de ingredienten of benodigdheden. Hiervoor maak je een lijstje. (recept)
Bij een instructie moet je ook aandacht besteden aan hoe je tekst eruit ziet, de lay-out. Schrijf korte en duidelijke zinnen, maak gebruik van plaatjes, gebruik een titel en kopjes.
Schrijf geen overbodige informatie bij een instructie.