Quiz leerjaar 1
1 / 24
La durée de la leçon est: 45 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Drama
Welke onderwerpen weet je nog?
Welke onderwerpen weet je nog?
Slide 2 - Carte mentale
Sleep de teksten naar de juiste onderwerpen
Wie
Wat
Waar
Waarom
Wanneer
Personage
Conflict
Locatie
Motief
Tijd
Slide 3 - Question de remorquage
Een personage is:
A
de uitbeelding van een persoon in een verhaal
B
speelgoed voor kinderen
C
iets wat je kunt eten
D
ruzie tussen twee mensen
Slide 4 - Quiz
Hoe ontstaat een conflict?
A
Door een botsing tussen twee aardplaten
B
Door een botsing tussen twee auto's
C
Door een botsing van tegengestelde belangen
D
Door twee verschillende stoffen met elkaar te mengen
Slide 5 - Quiz
Welke soorten
conflicten zijn er?
conflicten zijn er?
Slide 6 - Carte mentale
Slide 7 - Diapositive
Bij welk soort conflict past de film 'Superman'.
A
Conflict met ander persoon
B
Conflict met het bovennatuurlijke
C
Conflict met de locatie
D
Conflict met de maatschappij
Slide 8 - Quiz
Bedenk een conflict met een ander persoon:
Slide 9 - Question ouverte
Bedenk een conflict met de maatschappij (society):
Slide 10 - Question ouverte
Wat zijn de 4 b's? (basis emoties)
A
Blij, boos, bedroefd, bedrietig
B
Blij, bang, boos, bedroefd
C
Blij, boos, bedroefd
D
Bang, boos, blij, verliefd
Slide 11 - Quiz
Welke van deze basisemoties heb jij het meest ervaren tijdens deze lockdown?
Slide 12 - Question ouverte
Wat zijn de belangrijkste technieken om een personage te spelen?
A
Emoties voelen van binnen
B
Je goed inlezen in wat de geschiedenis is van een personage
C
Het publiek van te voren vertellen wie je gaat spelen
D
Je stem, mimiek en fysiek gebruiken
Slide 13 - Quiz
Wie is deze man?
Slide 14 - Question ouverte
Slapstick is.... ?
A
een vorm van drama waarbij de held ten onder gaat
B
een vorm van komedie waarbij lichamelijke acties de hoofdrol spelen
C
een vorm van theater waarbij tekst en dans wordt gecombineerd op muziek
D
iets wat je kunt kopen in de winkel
Slide 15 - Quiz
Slide 16 - Diapositive
Welke slapstick techniek werd hier het meest duidelijk?
A
Stagefighting
B
Herhaling
C
Stil spel
D
Verwachtingspatroon
Slide 17 - Quiz
Vertel toneel
Slide 18 - Carte mentale
Wat is geen vertel techniek?
A
Oogcontact met publiek
B
Goed voorbereiden
C
Dansen
D
Gebaren maken
Slide 19 - Quiz
Wat moet je vooral niet doen tijdens een vertel stuk/ presentatie?
Slide 20 - Question ouverte
Wat is het geslacht van de baby?
A
Jongen
B
Meisje
Slide 21 - Quiz
Deze quiz was....?
😒🙁😐🙂😃
Slide 22 - Sondage
Wat wil je nog aan mij kwijt?
