signaalwoorden

Lernziele heute:

- Ich kenne Signalwörter




.

1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4,5

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Lernziele heute:

- Ich kenne Signalwörter




.

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Signalwörter

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Signaalwoorden
  • Signaalwoorden geven verbanden weer: verbanden tussen zinnen of verbanden tussen alinea's. 
z.B. Wie verhält sich der 4. Absatz zum 2. Absatz?

  • Signaalwoorden geven ook informatie over de opbouw van een tekst
z.B. opsomming, conclusie, tegenstelling, reden/oorzaak, tijd....

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opsomming
und - en
zudem - bovendien
außerdem - bovendien
dann - dan, vervolgens
(zu)erst - ten eerste 


Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Franziska vindt het zielig voor dieren als ze moeten worden geslacht voor de vleesproductie. 
Welke drie andere redenen noemt ze in alinea 2 waarom mensen vegatariërer zouden moeten worden?
timer
2:00

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke drie andere redenen noemt ze in alinea 2 waarom mensen vegetariër zouden moeten worden?

Slide 6 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Franziska vindt het zielig voor dieren als ze moeten worden geslacht voor de vleesproductie. 
Welke drie andere redenen noemt ze in alinea 2 waarom mensen vegatariërer zouden moeten worden?

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tegenstelling
doch - toch, echter
sondern - maar
statt - in plaats van 
trotzdem - toch, desondanks
aber - maar
obwohl - hoewel
trotz - ondanks
während - terwijl

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Alinea 2 bestaat uit twee delen. 
In het eerste deel wordt een positieve kijk op de baan van "Animateur" gegeven.
In het tweede deel wordt de nadelige kant van deze baan besproken. 
   Schrijf de eerste twee Duitse woorden op van deel 2. 
timer
1:30

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Alinea 2 bestaat uit twee delen.
In het eerste deel wordt een positieve kijk op de baan van "Animateur" gegeven.
In het tweede deel wordt de nadelige kant van deze baan besproken.
Schrijf de eerste twee Duitse woorden op van deel 2.

Slide 10 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Alinea 2 bestaat uit twee delen. 
In het eerste deel wordt een positieve kijk op de baan van "Animateur" gegeven.
In het tweede deel wordt de nadelige kant vn deze baan besproken. 
   Schrijf de eerste twee Duitse woorden op van deel 2. 

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Reden / oorzaak 
denn = want
weil = omdat
schließlich = per slot van rekening
nämlich = namelijk
deswegen = daarom 

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom ontsloeg een bazin haar 21-jarige werknemer?
Volgens haar...
A bracht hij zijn ziekte herstel in gevaar.
B had hij leugens over haar op Facebook gezet.
C had hij zich ten onrechte ziek gemeld.
D zat hij te vaak op Facebook tijdens werktijd. 
timer
1:00

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom ontsloeg een bazin haar 21-jarige werknemer?
Volgens haar...
A bracht hij zijn ziekte herstel in gevaar.
B had hij leugens over haar op Facebook gezet.
C had hij zich ten onrechte ziek gemeld.
D zat hij te vaak op Facebook tijdens werktijd. 

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Benadrukking
besonders = in het bijzonder, vooral
selbst = zelfs
sogar = zelfs
vor allem = in het bijzonder, vooral 

Slide 15 - Diapositive

Verder met M3A
Was findet Andrea so toll an ihrem Job? (Absatz 3) 
Dass sie...
A Kritik an Kollegen üben darf. 

B sich oft mit neuen Sachen befassen kann.
C über regionale Ereignisse berichten darf. 
D unter hohem Zeitdruck leisten muss. 
timer
1:30

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Was findet Andrea so toll an ihrem Job? (Absatz 3)
Dass sie...
A
Kritik an Kollegen üben darf.
B
sich oft mit neuen Sachen befassen kann.
C
über regionale Ereignisse berichten darf.
D
unter hohem Zeitdruck leisten muss.

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Was findet Andrea so toll an ihrem Job? (Absatz 3) 
Dass sie...
A Kritik an Kollegen üben darf.
B sich oft mit neuen Sachen befassen kann.
C über regionale Ereignisse berichten darf. 
D unter hohem Zeitdruck leisten muss. 

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bevestiging
klar = vanzelfsprekend, natuurlijk
natürlich = vanzelfsprekend, natuurlijk
tatsächlich = inderdaad, zeker
wirklich = inderdaad, zeker 

Slide 19 - Diapositive

Verder met H3A en H3B

Was wird im 1. Absatz über den Meisterdieb deutlich?
A Er hat gestohlen um Eindruck zu machen. 
B Er hielt sein Wort. 
C Er war mehr ein Angeber als ein Dieb.
D Er wurde zum Stehlen gezwungen. 

timer
1:00

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Was wird im 1. Absatz über den Meisterdieb deutlich?
A
Er hat gestohlen um Eindruck zu machen.
B
Er hielt sein Wort.
C
Er war mehr ein Angeber als ein Dieb.
D
Er wurde zum Stehlen gezwungen.

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Was wird im 1. Absatz über den Meisterdieb deutlich?
A Er hat gestohlen um Eindruck zu machen. 
B Er hielt sein Wort. 
C Er war mehr ein Angeber als ein Dieb.
D Er wurde zum Stehlen gezwungen. 

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Conclusie
also = dus
deshalb = derhalve, daarom
daher = vandaar
damit = zodat 

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Was beschreibt der 1. Absatz?
A Dass Leute frïher leichter soziale Kontakte knüpften als heute. 
B Was man früher unter Freundschaft verstand.
C Wie schwierig es früher war, Freundschaften zu pflegen. 
timer
1:00

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Was beschreibt der 1. Absatz?

A
Dass Leute frïher leichter soziale Kontakte knüpften als heute.
B
Was man früher unter Freundschaft verstand.
C
Wie schwierig es früher war, Freundschaften zu pflegen.

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Was beschreibt der 1. Absatz?
A Dass Leute frïher leichter soziale Kontakte knüpften als heute. 
B Was man früher unter Freundschaft verstand.
C Wie schwierig es früher war, Freundschaften zu pflegen. 

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opsomming
Tegenstelling
Reden / oorzaak
Benadrukking
Bevestiging
Conclusie
außerdem - bovendien
dann - dann
zuerst - ten eerste
trotz - ondanks
weil - omdat
denn- want
vor allem - vooral / in het bijzonder
klar - natuurlijk
deshalb - daarom

Slide 27 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

also
damit
darum
auch
tatsächlich
sondern
Betekenissen van signaalwoorden
ook
maar
zodat
daarom
dus
inderdaad

Slide 28 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Hast du das Lernziel errreicht?
- Ich kenne Signalwörter

😒🙁😐🙂😃

Slide 29 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions