1.11 Gezondheid - 2. Bij de huisarts

Gezondheid 
Spreektaal 1

2. Bij de huisarts
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsISK

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 240 min

Éléments de cette leçon

Gezondheid 
Spreektaal 1

2. Bij de huisarts

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Pak je  telefoon

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe gaat het met je?
😒🙁😐🙂😃

Slide 3 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke woorden hebben we
vorige week geleerd?

Slide 4 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke woorden horen bij 'huisarts'?

Slide 5 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Bekijk de foto
  • Wat zie je op de foto?
  • Ga je vaak naar de huisarts?
    Waarvoor?
  • Wie gaat met je mee naar
    de huisarts?
  • Kun je aan de huisarts uitleggen wat je klachten zijn? 

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar denk je aan bij het woord 'huisarts'?

Slide 7 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Jan is verkouden. Hij heeft keelpijn.
Hij hoest de hele dag. Soms moet hij niezen. 
Kijk naar de plaatjes en luister

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Mounir voelt zich niet lekker. Hij is misselijk en hij heeft buikpijn. Hij moet overgeven. Hij hoeft vandaag niets meer te eten.
Kijk naar de plaatjes en luister

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Annemarie heeft een ongeluk gehad. Zij heeft pijn aan haar arm. Haar arm is gebroken.
Kijk naar de plaatjes en luister

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Jan is verkouden
A
B
C
D

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Mounir is misselijk
A
B
C
D

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Annemarie heeft een gebroken arm
A
B
C
D

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

3. Luister naar het gesprek
Je hoort de huisarts en mevrouw Winter

Slide 14 - Diapositive

Huisarts: Goedemorgen mevrouw Winter.
Mevrouw Winter: Goedemorgen dokter.
Huisarts: Wat kan ik voor u doen?
Mevrouw Winter: Nou, ik heb een eh … rode plek op mijn arm.
Huisarts: Mag ik even kijken? Ja, dat is een vervelende plek. Heeft u ook jeuk?
Mevrouw Winter: Ja! Vooral ’s nachts.
Huisarts: Hoe lang heeft u deze plek al?
Mevrouw Winter: Ehm … zeker drie weken.
Huisarts: Mmm. Ja, dat is al lang. U krijgt van mij een zalf. U moet de plek drie keer per dag insmeren met deze zalf.
Mevrouw Winter: En eh … hoe lang moet ik de zalf gebruiken?
Huisarts: Nou, in ieder geval deze week.
Als het dan nog niet over is, moet u even terugkomen.
Mevrouw Winter: Goed.
Huisarts: Alstublieft, hier is het recept.
Mevrouw Winter: Ja, bedankt. Dag dokter.
Huisarts: Dag mevrouw Winter. Sterkte ermee!
Mevrouw de Winter heeft hoofdpijn
A
B

Slide 15 - Quiz

Huisarts: Goedemorgen mevrouw Winter.
Mevrouw Winter: Goedemorgen dokter.
Huisarts: Wat kan ik voor u doen?
Mevrouw Winter: Nou, ik heb een eh … rode plek op mijn arm.
Huisarts: Mag ik even kijken?
Ja, dat is een vervelende plek. Heeft u ook jeuk?
Mevrouw Winter: Ja! Vooral ’s nachts.
Huisarts: Hoe lang heeft u deze plek al?
Mevrouw Winter: Ehm … zeker drie weken.
Huisarts: Mmm. Ja, dat is al lang. U krijgt van mij een zalf.
U moet de plek drie keer per dag insmeren met deze zalf.
Mevrouw Winter: En eh … hoe lang moet ik de zalf gebruiken?
Huisarts: Nou, in ieder geval deze week.
Als het dan nog niet over is, moet u even terugkomen.
Mevrouw Winter: Goed.
Huisarts: Alstublieft, hier is het recept.
Mevrouw Winter: Ja, bedankt. Dag dokter.
Huisarts: Dag mevrouw Winter. Sterkte ermee!
Mevrouw de Winter heeft jeuk
A
B

Slide 16 - Quiz

Huisarts: Goedemorgen mevrouw Winter.
Mevrouw Winter: Goedemorgen dokter.
Huisarts: Wat kan ik voor u doen?
Mevrouw Winter: Nou, ik heb een eh … rode plek op mijn arm.
Huisarts: Mag ik even kijken?
Ja, dat is een vervelende plek. Heeft u ook jeuk?
Mevrouw Winter: Ja! Vooral ’s nachts.
Huisarts: Hoe lang heeft u deze plek al?
Mevrouw Winter: Ehm … zeker drie weken.
Huisarts: Mmm. Ja, dat is al lang. U krijgt van mij een zalf.
U moet de plek drie keer per dag insmeren met deze zalf.
Mevrouw Winter: En eh … hoe lang moet ik de zalf gebruiken?
Huisarts: Nou, in ieder geval deze week.
Als het dan nog niet over is, moet u even terugkomen.
Mevrouw Winter: Goed.
Huisarts: Alstublieft, hier is het recept.
Mevrouw Winter: Ja, bedankt. Dag dokter.
Huisarts: Dag mevrouw Winter. Sterkte ermee!
Welk medicijn staat op het recept van mevrouw Winter?
A
B

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak een zin met: 

Slide 18 - Diapositive

Maak een zin met:
verkouden, keelpijn, hoesten, niezen, misselijk, buikpijn, overgeven, pijn, gebroken, jeuk, rode plek, zalf, medicijnen
10 minuten

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het is zaterdag 15.00 uur. Je dochter van zeven maanden is ziek. Ze heeft hoge koorts en ze wil niet drinken. Je wilt naar de dokter. Welk telefoonnummer moet je bellen?

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

  • Luister goed. 

  • Ik lees het gesprek voor. 

  • Hoor je het woord ‘plek’?

  • Tel hoevaak je het woord ‘plek’ hoort.

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Hoe vaak heb je het woord "plek" gehoord


A
2
B
3
C
5
D
4

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Leg je telefoon op de tafel

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Luister: hoeveel woorden hoor je?

Slide 24 - Diapositive

Lees de volgende zinnen voor:

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 26 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 27 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions


A
B

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


A

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions