Argumenteren - les 7 argumentatieschema's

Argumenteren
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Argumenteren

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen?
  • Argumenteren - uitleg argumentatiestructuur

Slide 2 - Diapositive

Argumenteren
Nieuw Nederlands - Hoofdstuk 2

Slide 3 - Diapositive

Doelen
  • Ik kan enkelvoudig, nevenschikkende en onderschikkende argumentatiestructuren onderscheiden.

Slide 4 - Diapositive

Argumentatiestructuren

Slide 5 - Diapositive

Bij enkelvoudige argumentatie onderbouw je je standpunt met één argument.

 HET WAS EEN LEUKE LES 

DE DOCENT WAS IN EEN GOEDE BUI

Slide 6 - Diapositive

Bij onderschikkende argumentatie ondersteunt een argument een ander argument.
DE DOCENT MOET NIET TE LANG AAN HET WOORD BLIJVEN

DE UITLEG MOET KORT EN BONDIG ZIJN

IK KAN ME SLECHTS VIER MINUTEN CONCENTREREN

Slide 7 - Diapositive

nevenschikkende argumentatie met onafhankelijke argumenten

Slide 8 - Diapositive

 nevenschikkende argumentatie met afhankelijke argumentatie

IK GA NIET STUDEREN IN LEIDEN

MIJN BROER WOONT DAAR                   IK WIL NIET IN DEZELFDE                                                                      STAD STUDEREN ALS MIJN BROER

Slide 9 - Diapositive

Je moet minder friet en frikadellen eten.
Dit kost je veel geld in de week
Je komt niet uit met je zakgeld.

Slide 10 - Diapositive

Argumentatiestructuren
Combinatie van argumentaties 
Leerlingen moeten hun huiswerk onder begeleiding in groepjes op school kunnen maken.
Leerlingen zullen dan hogere cijfers gaan halen.
Leerlingen leren dan goed samen te werken.
Leerlingen worden op school niet zo snel afgeleid als thuis
Leerlingen kunnen dan uitleg krijgen op het moment dat ze vastlopen
Leerlingen mogen bij de huiswerkbegeleiding niet bellen, appen, twitteren etc.

Slide 11 - Diapositive

Zet in een argumentatiestructuur
Standpunt: Jongens en meisjes kunnen op de middelbare school beter gescheiden les krijgen.

a. Jongens en meisjes leiden elkaar af.
b. Jongens en meisjes moeten op verschillende manieren de lesstof gepresenteerd krijgen.
c. Jongens vinden school niet zo belangrijk als meisjes.
d. Jongens willen meer doen met de handen dan meisjes.
e. Jongens zijn met een zes al tevreden en meisjes niet.
f. Meisjes halen hogere cijfers dan jongens op proefwerken.
g. Meisjes willen meer leren dan jongens.
h. Meisjes worden eerder volwassen dan jongens.
i. Meisjes zijn verder in hun geestelijke ontwikkeling dan jongens.

Slide 12 - Diapositive

Argumentatiestructuren
Jongens en meisjes kunnen op de middelbare school beter gescheiden les krijgen.
Jongens vinden school niet zo belangrijk als meisjes.
Jongens en meisjes leiden elkaar af.
Jongens en meisjes moeten op een verschillende manier de lesstof gepresenteerd krijgen.
Jongens zijn met een zes al tevreden en meisjes niet.
Jongens willen meer doen dan meisjes.
Meisjes willen meer leren dan jongens.
Meisjes halen hogere cijfers dan jongens op proefwerken.
Meisjes zijn verder in hun geestelijke ontwikkeling dan jongens.
Meisjes worden eerder volwassen dan jongens.

Slide 13 - Diapositive

Argumentatiestructuren
  • Enkelvoudige argumentatie
  • één standpunt en één argument
  • Onderschikkende argumentatie
  • een argument wordt ondersteund door één of meer subargumenten (=ketenargumentatie)
  • Nevenschikkende argumentatie
  • twee of meer argumenten ondersteunen gezamenlijk het standpunt (afhankelijk en onafhankelijk)
  • Onder- en nevenschikkende argumentatie= 
  • combinatie van nevenschikkende en onderschikkende argumentatie

Slide 14 - Diapositive

Nu hw leesvaardigheid en uitleg extra opdracht 
Blz. 70-71, hw opdracht 2 en 3
Klaar? 
  • Maak de extra opdracht: krantenartikel zoeken (opinie, in de krantenbank), uitprinten en vragen (geschreven!) erbij maken die in IL staan. Vijf weken goed gedaan? Dan 0,5 erbij op je cijfer van leesvaardigheid! 
  • Nakijken opdrachten lezen 2.1 t/m 2.4 (links), 2.2: in het geel weergeven, 2.3 in het groen weergeven
Bonusopdrachtvragen
Opdracht 2.1 t/m 2.4

Slide 15 - Diapositive

Nu hw leesvaardigheid en uitleg extra opdracht 
Blz. 70-71, hw opdracht 2 en 3
Klaar? 
  • Maak de extra opdracht: krantenartikel zoeken (opinie, in de krantenbank), uitprinten en vragen (geschreven!) erbij maken die in IL staan. Vijf weken goed gedaan? Dan 0,5 erbij op je cijfer van leesvaardigheid! 
  • Nakijken opdrachten lezen 2.1 t/m 2.4 (links)
Bonusopdrachtvragen
Opdracht 3.1 t/m 3.10

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Argumentatiestructuur

Slide 18 - Diapositive

Argumentatiestructuren
Standpunt: Het festival van afgelopen weekend was niet leuk.
Schrijf de argumentatiestructuur op:

  • Het regende drie dagen onafgebroken. 
  • Een flesje water kostte 5 euro.
  • Het vliegtuig had vertraging. 
  • Het was erg duur. 
  • De hoofdact kwam niet opdagen. 

Slide 19 - Diapositive

Argumentatiestructuren
Het festival van afgelopen weekend was niet leuk.
Het vliegtuig had vertraging. 
Het was erg duur. 
De hoofdact kwam niet opdagen.
Een flesje water kostte 5 euro. 
Het regende drie dagen onafgebroken.

Slide 20 - Diapositive

Par. 3 Argumentatieschema's

Slide 21 - Diapositive

Argumentatieschema
Het geheel van argumenten en standpunt wordt een redenering of argumentatie genoemd. 

Het verband tussen argument(en) en standpunt noemen we een argumentatieschema.


Slide 22 - Diapositive

Argumentatieschema
Het geheel van argumenten en standpunt wordt een redenering of argumentatie genoemd. 

Het verband tussen argument(en) en standpunt noemen we een argumentatieschema.


Slide 23 - Diapositive

Argumentatie kan gebaseerd zijn op:
• oorzaak en gevolg;
• kenmerk of eigenschap;
• voor- en nadelen;
• voorbeelden;
• vergelijking;
• autoriteit.

Slide 24 - Diapositive

oorzaak-gevolg
  • Het een leidt tot het ander
  • Wij komen nooit meer op tijd , deze file staat tot Utrecht. 
  • Wij komen nooit meer op tijd (standpunt, gevolg), deze file staat tot Utrecht (argument, oorzaak).

Slide 25 - Diapositive

kenmerk of eigenschap
  • Er worden een of meer eigenschappen van iets of iemand genoemd om duidelijk te maken waarom hij of zij iets anders daarvan vindt.
  • Dictatoriale leiders zijn het niet gewend om kritisch bejegend te worden . Geen wonder dat Kim Jung-un veel moeite heeft met kritiek die hij vanuit het buitenland krijgt.
  • Dictatoriale leiders zijn het niet gewend om kritisch bejegend te worden (argument). Geen wonder dat Kim Jung-un veel moeite heeft met kritiek die hij vanuit het buitenland krijgt (standpunt).

Slide 26 - Diapositive

voor- en nadelen
  • voor- en/of nadelen van een voorgestelde actie of handeling om een standpunt over de (on)wenselijkheid ervan te onderbouwen. 
  • Als we de schooldag een uur eerder laten beginnen, zijn leerlingen 's middags eerder vrij. Maar ze zijn dan wel 's ochtends veel te moe. Daarom vind ik het geen goed plan.
  • Als we de schooldag een uur eerder laten beginnen, zijn leerlingen 's middags eerder vrij (voordeel). Maar ze zijn dan wel 's ochtends veel te moe (nadeel). Daarom vind ik het geen goed plan. (standpunt)

Slide 27 - Diapositive

vergelijking
  • Vergelijking tussen twee gevallen en constatering van overeenkomst: 
  • Wat logisch/onlogisch is in situatie x zal ook zo zijn in situatie y
  • Een voetbaltrainer geef je ook geen advies als je zelf nooit hebt gevoetbald. Waarom zouden we dan wel politici serieus nemen die geen verstand hebben van het onderwerp waarover ze beslissen. 

Slide 28 - Diapositive

voorbeelden
  • Standpunt wordt ondersteund door voorbeelden --> argumenten
  • Ik denk dat hij zich nauwelijks betrokken voelt bij het bedrijf en zijn collega’s. Zo heeft hij zich gisteren ziek gemeld, terwijl hij ’s middags wel in de sportschool was en met het bedrijfsuitje ging hij ook al niet mee .
  • Ik denk dat hij zich nauwelijks betrokken voelt bij het bedrijf en zijn collega’s (standpunt)Zo heeft hij zich gisteren ziek gemeld, terwijl hij ’s middags wel in de sportschool was en met het bedrijfsuitje ging hij ook al niet mee (argumenten).

Slide 29 - Diapositive

autoriteit
Argumenten o.b.v. een uitspraak van een deskundige of een gezaghebbende bron

Klimaatverandering is echt een probleem. Volgens klimaatwetenschapper Peter Kuipers Munneke stijgt de temperatuur sneller dan ooit tevoren.

Slide 30 - Diapositive

enkelvoudige argumentatie
meervoudige argumentatie
onderschikkende argumentatie
Argumentatie op basis van voor-/nadelen
Argumentatie op basis van autoriteit
Argumentatie op basis van kenmerk

Slide 31 - Question de remorquage

enkelvoudige argumentatie
meervoudige argumentatie
onderschikkende argumentatie
Argumentatie op basis van voor-/nadelen
Argumentatie op basis van autoriteit
Argumentatie op basis van kenmerk

Slide 32 - Question de remorquage

Slide 33 - Diapositive