3.3 Soms te veel 24-25

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo t, havo, vwo
• Leerjaar 2

§4.4 Soms te veel water

3.3 SOMS TE VEEL WATER

Leerdoelen

• Je weet welke gebieden grotere overstromingsrisico’s       kennen.

• Je begrijpt waarom overstromingen grote gevolgen          hebben voor de inwoners van die gebieden.

• Je kunt een aantal maatregelen noemen om die
   overstromingsrisico’s te verkleinen.

Risicogebieden 

Wereldwijd kennen de volgende soorten gebieden een groot overstromingsrisico:

1. rivier- en kustvlakten

2. Aan de voet van een berg met een rotsachtige ondergrond
3. gebieden waar afsmelten sneeuw samenvalt met hevige regenval

4. tropische orkaan

5. stroomopwaarts ontbossing (mens)
6. gebieden verstenen (mens)

7. gebieden met bodemdaling (mens)

1 Vlakbij rivieren of zeeën

Vestigingsplaats 70 % van de wereldbevolking

2 Aan de voet van gebergten

rotsachtige ondergrond. hevige regenval stroomt het water direct naar beneden.

3 Bij smeltende gletsjers

afsmelten sneeuw valt samen met hevige regenval in de de zomer

4 Waar tropische stormen 

voorkomen

veel regen in een korte tijd. zeewater wordt tegen de kust aan geduwd. 

5 Bij ontbossing

geen bos. gevolg water stroomt direct naar beneden. 

6 verstenen van het landschap

Bij teveel verharding

Bodemdaling

Het aantal overstromingen neemt toe 

20 in het jaar 1970

Ruim 200 in 2019

Daar zijn de volgende verklaringen voor: 

Maatregelen korte termijn

1. Dijken, dammen en bufferbassins aanleggen

2. Het weer in het stromingsgebied in de gaten houden

3. Drinkwater én voedsel veilig stellen 

4 Burgers voorlichten en trainen. (wat te doen bij een evacuatie?)

Maatregelen lange termijn

1. Ruimte maken voor de rivier bv door uiterwaarden, retentiegebieden.

2. Versterkte broeikaseffect verminderen

3. Mensen weren in risicogebieden