3.7 deel 2
1 / 26
La durée de la leçon est: 50 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Hoe vind je de
persoonsvorm in de zin?
persoonsvorm in de zin?
Slide 3 - Carte mentale
Slide 4 - Diapositive
Als je de PV gevonden hebt,
hoe vind je dan
het onderwerp?
hoe vind je dan
het onderwerp?
Slide 5 - Carte mentale
Slide 6 - Diapositive
Wat is in deze zin het onderwerp?
De lange jongen kuste het kleine meisje.
De lange jongen kuste het kleine meisje.
A
kuste
B
de lange jongen
C
het kleine meisje
D
weet ik niet
Slide 7 - Quiz
Wat is in deze zin het onderwerp?
Gisteren heeft mijn hond mijn huiswerk opgegeten.
Gisteren heeft mijn hond mijn huiswerk opgegeten.
A
gisteren
B
heeft
C
mijn hond
D
mijn huiswerk
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Diapositive
De conducteur knipt de kaartjes.
Persoonsvorm?
Persoonsvorm?
A
De conducteur
B
knipt
C
de kaartjes
Slide 10 - Quiz
De conducteur knipt de kaartjes.
Werkwoordelijk gezegde?
Werkwoordelijk gezegde?
A
De conducteur
B
knipt
C
de kaartjes
Slide 11 - Quiz
De conducteur knipt de kaartjes.
Onderwerp?
Onderwerp?
A
De conducteur
B
knipt
C
de kaartjes
Slide 12 - Quiz
De conducteur knipt de kaartjes.
Lijdend voorwerp?
Lijdend voorwerp?
A
De conducteur
B
knipt
C
de kaartjes
Slide 13 - Quiz
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Vidéo
Pietje geeft bloemen aan zijn moeder.
Lijdend voorwerp?
Lijdend voorwerp?
A
Pietje
B
Geeft
C
Bloemen
D
Aan zijn moeder
Slide 16 - Quiz
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Diapositive
Slide 23 - Diapositive
Slide 24 - Diapositive
Hoe lastig vind je dit onderwerp?
Slide 25 - Sondage
Hoe heb je gewerkt?
😒🙁😐🙂😃
