(Deel van) Diagnostische toets H3 en H4

• Bedrijfseconomie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Balans opstellen/ balans mutaties

Welke mutaties vinden er plaats?
De onderneming verkoopt goederen op rekening voor €14.200. De inkoopwaarde is €9.400.

1. Debiteuren +€14.200, Voorraad -€9.400 Eigenvermogen+€4.800 Geen verandering W&V
2. Debiteuren -€14.200, Voorraad -€9.400 Eigenvermogen+€4.800
3. Debiteuren +€14.200 Voorraad -€14.200 Geen verandering W&V
4. Debiteuren +€14.200 Voorraad -€9.400 Eigenvermogen+€4.800 W&V: kosten: €9.400; omzet: €14.200

Welke mutaties vinden er plaats?
Betaald per kas diverse kosten €2.200.

1. Kas -€2.200 Eigen vermogen -€2.200 W&V: Kosten: €2.200
2. Kas -€2.200 Kosten +€2.200 op de balans en W&V
3. Kas -€2.200 Vreemd vermogen +€2.200
4. Kas +€2.200 Kosten -€2.200

Welke mutatiebalans hoort bij onderstaande gebeurtenis?:
Ontvangen per bank van debiteuren €6.400.

1. Debiteuren -€6.400 Kas -€6.400
2. Debiteuren +€6.400 Bank +€6.400
3. Debiteuren -€6.400 Bank +€6.400
4. Debiteuren +€6.400 Kas -€6.400

Mutatie: Verkoop goederen (€ 9400) op rekening (€ 14.200)...

1. Voorraad goederen -€ 9400
2. Debiteuren + € 14.200
3. Kas + € 14.200
4. Eigen Vermogen + € 4.800

Welke mutatiebalans hoort bij onderstaande gebeurtenis?:
Betaling per bank aan crediteuren €14.000.

1. Kas -€14.000 Crediteuren +€14.000
2. Kas -€14.000 Crediteuren -€14.000
3. Bank -€14.000 Crediteuren -€14.000
4. Bank -€14.000 Crediteuren +€14.000

Heb je vertrouwen in de toets?

1. Makkelijk
2. Zes is prima
3. Rond de vijf
4. Ben er bang voor

Wat voor een belasting betaald een VOF en eenmanszaak

1. Inkomstenbelasting
2. Vennootschapsbelasting
3. Inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting
4. Geen belasting

Wat is een verschil tussen een stichting en een bv?

1. Een stichting heeft geen doel, een bv wel.
2. Het doel van een bv is meestal (maximale) winst, het doel van een stichting is niet-commercieel.
3. Een bv is geen rechtspersoon, een stichting is dat wel.
4. Een stichting is geen rechtspersoon, een bv is dat wel.

Welke ondernemingsvorm is een rechtspersoon?

1. CV
2. NV
3. VOF
4. Eenmanszaak

Onder welke categorie valt een debiteur?

1. Liquide middelen
2. Eigen vermogen
3. Vlottende activa
4. Vaste activa

Welke stelling klopt niet ?

1. een balans is altijd in evenwicht
2. een balans is een momentopname
3. heeft een debetzijde en een creditzijde
4. wordt altijd opgemaakt op 31 december

Liquide middelen

Vaste activa

Vlottende activa

Eigen vermogen

Kort vreemd vermogen

Lang vreemd vermogen

Gebouw

Bedrijfsterrein

Rabobank rekening

Kas

Debiteuren

Aandelen

Lening (5 jaar)

Hypothecaire lening

Crediteuren

Lening (<1 jaar)

Welke balansmutaties vinden er plaats?
Betaling per bank aan crediteuren €14.000.

1. Kas -€14.000 Crediteuren +€14.000
2. Kas -€14.000 Crediteuren -€14.000
3. Bank -€14.000 Crediteuren -€14.000
4. Bank -€14.000 Crediteuren +€14.000

Welke balansmutaties vinden er plaats?
Als:
De onderneming verkoopt goederen op rekening voor €14.200. De inkoopwaarde is €9.400.

1. Debiteuren +€14.200 Voorraad -€9.400 Eigenvermogen+€4.800
2. Debiteuren -€14.200 Voorraad -€9.400 Eigenvermogen+€4.800
3. Debiteuren +€14.200 Voorraad -€14.200
4. Debiteuren +14.200 Voorraad -€9.400 Eigenvermogen-€4.800

Omzet : afzet =

1. brutowinst
2. nettowinst
3. verkoopprijs
4. inkoopwaarde

De brutowinst is €500; de nettowinst is €200. Hoe groot zijn de overige kosten?

1. €700
2. Kun je niet uitrekenen met deze gegevens
3. €300
4. €100

Omzet =

1. afzet x consumentenprijs
2. afzet x inkoopprijs
3. afzet x verkoopprijs
4. afzet x btw

Omzet : afzet =

1. brutowinst
2. nettowinst
3. verkoopprijs
4. inkoopwaarde