1.4 In de tijd van pruiken en revoluties

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

1.4 In de tijd van pruiken en revoluties

Pak je spullen: boeken + aantekeningenschrift

Laptop in je tas

Deze les

Vraag eerdere toets

Intro + lezen 1.4 + opdracht 1 & 2 maken

Uitleg 1.4 

Opdrachten / werkvorm (keuze)

Eventueel PO

Sarcofaag

Stel: je gebruikt de bron op deze sarcofaag om de strijd tussen Romeinen en Goten te beschrijven. (3 punten)

   

- Leg uit waarom je twijfelt aan de betrouwbaarheid van de informatie uit deze bron.

- Welk kenmerkend aspect van de oudheid past hier het beste bij en leg uit waarom.

Sarcofaag

• Leg uit waarom je twijfelt aan de betrouwbaarheid van de informatie uit deze bron.
  
• Door / voor wie is hij gemaakt?
• Welk motief / welk doel kan de maker hebben gehad?
• Antw: omdat de afbeelding op de sarcofaag waarschijnlijk dient om de kracht van de Romeinen/de generaal naar voren te brengen / de generaal triomferend weergeeft (terwijl hij gesneuveld is).

Kenmerkende aspecten 1+2

1. de levenswijze van jagers-verzamelaars;

2. het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen;

3. het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen.

4. de ontwikkeling van wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat;

5. de klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur;

6. de groei van het Romeinse imperium waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde;

7. de confrontatie tussen de Grieks-Romeinse cultuur en de Germaanse cultuur van Noordwest Europa;

8. de ontwikkeling van het jodendom en het christendom als de eerste monotheïstische gds. godsdiensten.

Kenmerkende aspecten 1+2

1. de levenswijze van jagers-verzamelaars;

2. het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen;

3. het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen.

4. de ontwikkeling van wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat;

5. de klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur;

6. de groei van het Romeinse imperium waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde;

7. de confrontatie tussen de Grieks-Romeinse cultuur en de Germaanse cultuur van Noordwest Europa;

8. de ontwikkeling van het jodendom en het christendom als de eerste monotheïstische gds. godsdiensten.

Kenmerkende aspecten 1+2

1. de levenswijze van jagers-verzamelaars;

2. het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen;

3. het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen.

4. de ontwikkeling van wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat;

5. de klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur;

6. de groei van het Romeinse imperium waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde;

7. de confrontatie tussen de Grieks-Romeinse cultuur en de Germaanse cultuur van Noordwest Europa;

8. de ontwikkeling van het jodendom en het christendom als de eerste monotheïstische gds. godsdiensten.

Deze les

• In deze paragraaf leer je welke ideeën bestonden over de relatie tussen staat en burgers.
  
  
• In deze paragraaf leer je hoe vrijheidsrechten en politieke rechten werden ontwikkeld in de 18e eeuw.

Verlichting

• Welke eeuw?
• Welk tijdvak?
• Wat veranderde er in de verlichting?
• Wat past meer: onderdanen of burgers?
• En de macht van de vorst?
• Waarom is dit voor nu nog steeds belangrijk?

(1700-1800)

Tip check ook 7.1

(Invisible hand)

Aan de slag!

Wat: Lees 1.4 en maak opdracht 1 en 2

Waarom: Verwerken stof

Hoe: Alleen en stil

Hulp: Buurman/buurvrouw (zachtjes)

Tijd: +/- 10 minuten

Uitkomst: Uitleg 1.4

Klaar: Maak opdracht 3, 4, 7 en 5

"Het volk moet zijn eigen heersers kiezen, want ‘de burgers zijn de ware eigenaren van het land. Zij kunnen zeggen hoe zij het willen hebben, hoe en door wie zij geregeerd willen worden"

Koning Lodewijk Napoleon: 1e x monarchie

Keuze 1

Wat: Maak het opdrachtenblad

Waarom: Toets!

Hoe: Duo's (zachtjes overleggen)

Hulp: Boeken, docent

Tijd: +/- 20 minuten

Uitkomst: Check laatste blad

Klaar: Maak de opdrachten hiernaast of PO

Keuze 2

Wat: Maak opdracht 3, 4, 7 & 5

Waarom: Verwerken stof

Hoe: Duo's (zachtjes overleggen)

Hulp: Boek, docent

Tijd: +/- 20 minuten

Uitkomst: Check via Teams

Klaar: Pak het opdrachtblad erbij of PO