We gaan verder met 5.3 Lezen waar je opdrachten maakt over de tekstdoelen overtuigen en activeren, over betogende teksten en over concluderende tekstverbanden.
Ook ga je weer aan de slag met Nieuwsbegrip. Daarnaast lees je in je boek en lever je de eerste versie van je boekanalyse in.
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1
Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 80 min
Éléments de cette leçon
H1 Week 20
We gaan verder met 5.3 Lezen waar je opdrachten maakt over de tekstdoelen overtuigen en activeren, over betogende teksten en over concluderende tekstverbanden.
Ook ga je weer aan de slag met Nieuwsbegrip. Daarnaast lees je in je boek en lever je de eerste versie van je boekanalyse in.
Slide 1 - Diapositive
Leerdoelen
- Je leert de tekstsoorten activeren en overtuigen herkennen. - Je leert een betogende tekst herkennen. - Je leert het concluderend tekstverband herkennen en de bijbehorende signaalwoorden.
Slide 2 - Diapositive
Wat voor soort verband geeft "maar" aan in: Ik vind alle sport leuk, maar ik vind niet alle sporten leuk om te kijken op tv.
A
opsomming
B
tegenstelling
C
tijdsvolgorde
D
concluderend
Slide 3 - Quiz
Wat voor soort verband geeft "hieruit volgt" aan in: Leerlingen die hun huiswerk maken halen hogere cijfers. Hieruit volgt dat het belangrijk is om je huiswerk te maken.
A
opsomming
B
tegenstelling
C
tijdsvolgorde
D
concluderend
Slide 4 - Quiz
Wat voor soort verband geeft "daarna" aan in: Voordat ik naar school ga poets ik mijn tanden. Daarna trek ik mijn jas aan.
A
opsomming
B
tegenstelling
C
tijdsvolgorde
D
concluderend
Slide 5 - Quiz
Wat voor soort verband geeft "dus" aan in: Ik wil een hoog cijfer halen voor de toets, dus ik ga dit weekend heel goed leren.
A
opsomming
B
tegenstelling
C
tijdsvolgorde
D
concluderend
Slide 6 - Quiz
Wat voor soort verband geeft "toch" aan in: Ik doe het liefst niets in het weekend. Toch moet ik leren voor school.
A
opsomming
B
tegenstelling
C
tijdsvolgorde
D
concluderend
Slide 7 - Quiz
Wat voor soort verband geeft "dan ook" aan in: Leerlingen zijn vlak voor de vakantie moe. Het is dan ook geen goed moment voor moeilijke opdrachten.
A
opsomming
B
tegenstelling
C
tijdsvolgorde
D
concluderend
Slide 8 - Quiz
Wat voor soort verband geeft "om te beginnen" aan in: Ik moet heel veel leren dit weekend. Om te beginnen Nederlands, en dan ook nog Engels.
A
opsomming
B
tegenstelling
C
tijdsvolgorde
D
concluderend
Slide 9 - Quiz
De schrijver wil:
Tekstdoel:
informeren
Tekstdoel: overtuigen
Tekstdoel: activeren
Tekstdoel: amuseren
de lezer informatie geven
dat de lezer het met hem eens is
dat de lezer iets gaat doen
de lezer vermaken
Slide 10 - Question de remorquage
Weektaak
Talent 5.3
Opdracht 4, 7, 8, 9 a, 10 a en b, 14 a t/m d
Nieuwsbegrip AT en WS
Inleveren eerste versie boekanalyse
uiterlijk vrijdagavond: j.bos@dalicollege.nl
timer
10:00
Slide 11 - Diapositive
Tekstdoelen
Overtuigen de schrijver wil dat de lezer het met hem eens is
Bijvoorbeeld: een filmbespreking, een ingezonden brief in de krant
Activeren de schrijver wil de lezer aansporen om iets te doen
Bijvoorbeeld: een advertentie, een reclamefolder
Een tekst die jou wil overtuigen of activeren heeft bijna altijd meer dan één tekstdoel. Maar er is er altijd één het belangrijkst.
Slide 12 - Diapositive
Betogende tekst
In een betogende tekst of betoog geeft een schrijver zijn mening over een onderwerp. Hij verdedigt die mening met argumenten. Een argument is informatie waarmee de schrijver wil bewijzen dat zijn mening juist is.
Slide 13 - Diapositive
Tekstverband
Het concluderend tekstverband komt vaak voor in betogende teksten.
Signaalwoorden die bij dit tekstverband
horen: dus, dan, ook, hieruit volgt,
de slotsom is, concluderend.
Anja heeft haar nagels gelakt. Ze is
dus helemaal klaar voor het slotfeest.
Slide 14 - Diapositive
Weektaak
Talent 5.3
Opdracht 4, 7, 8, 9 a, 10 a en b, 14 a t/m d
Nieuwsbegrip AT en WS
Inleveren eerste versie Boekanalyse
uiterlijk vrijdagavond
Woensdag herkansing Vlekkeloos Nederlands
Leerstof bij paragrafen 1.6, 1.7 en 1.8
Slide 15 - Diapositive
Weektaak
Talent 5.3
Opdracht 4, 7, 8, 9 a, 10 a en b, 14 a t/m d
Nieuwsbegrip AT en WS
Inleveren eerste versie Boekanalyse
uiterlijk vrijdagavond
herkansing Vlekkeloos Nederlands
Leerstof bij paragrafen 1.6, 1.7 en 1.8
Slide 16 - Diapositive
Tekstdoelen
Overtuigen Activeren
Slide 17 - Diapositive
Een tekst heeft altijd maar één tekstdoel.
Ja Nee
Slide 18 - Diapositive
Welk tekstdoel is het belangrijkst bij een filmbespreking?