Hoe werk je? – Je mag op fluistertoon met elkaar overleggen.
Hulp? – 1. Lees de theorie en kijk naar de voorbeelden.
2. Overleg binnen je rij op fluistertoon of probeer een andere opgave.
3. Vraag de docent.
Klaar? – Nakijken daarna laat je werk zien.
Maken? – 9.4 opgave 24, 25, 27, 28
9.5 opgave 31 t/m 35