Taalcompleet A1 Thema 8.8 en verder
Wat doe jij in je vrije tijd?
1 / 15
Éléments de cette leçon
Wat doe jij in je vrije tijd?
Slide 1 - Carte mentale
.... liedje / ... liedjes
A
de, het
B
het, het
C
het, de
D
de, de
Slide 2 - Quiz
geen
niet
ik hou .... van vis.
we hebben .... eieren in huis
Nora heeft .... kinderen
Ik ken het restaurant .....
hebben we .... bier in huis?
het eten is hier .... duur.
Slide 3 - Question de remorquage
Ik ga het liefst een dagje weg naar
het strand
een restaurant
een concert
een museum
Slide 4 - Sondage
Welk woord hoort er niet bij
A
radio
B
zingen
C
het liedje
D
het bezoek
Slide 5 - Quiz
Welk woord hoort er niet bij
A
de
B
het
C
als
D
een
Slide 6 - Quiz
Een ..... huis en een ..... tuin
A
mooie/mooie
B
groot/groot
C
groot/grote
D
mooi/ mooie
Slide 7 - Quiz
Veel mensen gaan graag ....
A
in eten
B
uit eten
C
aan eten
D
op eten
Slide 8 - Quiz
Ik ga vaak ....... bij mijn oma.
A
in bezoek
B
op bezoek
C
uit bezoek
D
aan bezoek
Slide 9 - Quiz
Slide 10 - Lien
Welke zinnen zijn goed?
A
Ik lust geen vis.
B
Ik vind vis niet lekker.
C
Ik lust vis niet.
D
Hij eet wel vlees, maar geen vis.
Slide 11 - Quiz
Wat is een lidwoord?
A
de
B
een
C
het
D
in
Slide 12 - Quiz
Maak een zin met:
een dagje weg
een dagje weg
Slide 13 - Question ouverte
Welke zinnen zijn goed?
A
Hij ruimt morgen zijn kamer op.
B
Zij ruimt morgen zijn kamer op.
C
Morgen ruimt hij zijn kamer op
D
Morgen ruimt zij haar kamer op.
Slide 14 - Quiz
Wie maakt de langste zin met de meeste werkwoorden?
