Havo 4 Paragraaf 3.4 & LOB

Havo 4 
Welkom in periode 3!
1 / 55
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 55 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

Éléments de cette leçon

Havo 4 
Welkom in periode 3!

Slide 1 - Diapositive

Deze week:


- Introductie op het nieuwe domein: 'Nederland Leefomgeving': stedelijke gebieden in Nederland

- Paragraaf 4

Slide 2 - Diapositive

Start nieuwe domein:
Nederland Leefomgeving

Slide 3 - Diapositive

Hoe zat het ook al weer met de 4 domeinen?

Domein Aarde: fysische geografie (zit zowel in h4 als h5)

Domein Wereld: sociale geografie (zit zowel in h4 als h5)

Domein Gebieden: Brazilië (zit in h5)

Domein Nederland Leefomgeving: steden en rivieren (zit in h4)

Slide 4 - Diapositive

Opbouw van een examen:
- 2 opgaven 'Wereld'
- 2 opgaven 'Aarde'
- 2 opgaven 'Brazilië'
- 2 opgaven 'Nederland Leefomgeving'

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Lien

Eerst even een open vraag:
Wat vind jij zelf een belangrijk vraagstuk als het gaat om 'Nederland leefomgeving' in de 21e eeuw?

Slide 7 - Question ouverte

Nederland Leefomgeving & LOB in het aardrijkskunde examen-programma

Slide 8 - Diapositive

Periode 3:
- Hoofdstuk 3: stedelijke gebieden (toets in partweek)

- Praktische opdracht in drietallen over een buurt in Utrecht
maak alvast drietallen

- Praktische opdracht (individueel) Aardrijkskunde in het nieuws

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Let op:
Alle paragrafen van hoofdstuk 3 bestaan uit CE-stof

Tips: 
-maak samenvattingen en bewaar deze tot en met je eindexamen
-bewaar ook je ingevulde werkboek

Slide 11 - Diapositive

We starten deze week met paragraaf 4 en volgende week doen we paragraaf 5 en 6

want de kennis uit die paragrafen heb je nodig om te kunnen starten met het buurt-P.O.

Slide 12 - Diapositive

Bestudeer nu de begrippen op p. 64 van je hoofdboek

3 minuten

Slide 13 - Diapositive

Welk begrip hoort bij deze afbeelding?

Slide 14 - Question ouverte

Wel begrip hoort bij deze afbeelding?

Slide 15 - Question ouverte

Welk begrip hoort bij deze afbeelding?

Slide 16 - Question ouverte

Welk begrip hoort bij deze afbeelding?

Slide 17 - Question ouverte

Welk begrip hoort bij deze afbeelding?

Slide 18 - Question ouverte

Paragraaf 4
Na bestudering van paragraaf 4 (5 & 6) heb je een beeld van de verschillende soorten stadswijken en hun belangrijkste kenmerken (locatie, bouwperiode, woningkenmerken, bewonerskenmerken en belangrijke processen die er spelen)

We starten met een introductiefilmpje. Beantwoord tijdens het kijken de vragen op p. 21 van je werkboek.

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Vidéo

Noteer de antwoorden op vraag 21 in je werkboek én hier

Slide 21 - Question ouverte

Slide 22 - Diapositive

1
2
3
4
5

Slide 23 - Question de remorquage

Benoem kort:
-welk type wijk? -wanneer gebouwd? -waar in de stad?

Slide 24 - Question ouverte

arbeiderswijken eind 19e / begin 20e eeuw
-kleine woningen
-aan de rand van het stadscentrum
-soms probleemwijken maar vanwege aantrekkelijke architectuur (vooral als er is gerenoveerd) én gunstige locatie steeds populairder onder hogere sociaal-economische klassen
-soms verdringing van de oorspronkelijke bewoners

Slide 25 - Diapositive

Benoem kort:
-wanneer gebouwd? -waar in de stad?
-vooral koop of vooral huur?

Slide 26 - Question ouverte

Wijken met flats:
- vaak gebouwd in jaren '50 / '60 (ten tijde van de na-oorlogse woningnood)
- in gebieden aan de toenmalige rand van de stad
- relatief veel sociale huurwoningen (zie paragraaf 5)
-relatief veel vertegenwoordigd in categorie 'probleemwijken', ook wel 'aandachtswijken', 'krachtwijken', 'prioriteitswijken' of 'Vogelaarwijken' genoemd.

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Vidéo

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Lien

Kenmerken van probleemwijken
Goedkope huurwoningen
Eenzijdige bevolkingssamenstelling
Sociaaleconomisch kansarme bewoners
Slechte woonomgeving
Welke wijken?
Negentiende-eeuwse arbeiderswijken (niet geherstructureerd)
Naoorlogse flatwijken

Slide 31 - Diapositive

Aansluitende examenvraag:

Slide 32 - Diapositive


Slide 33 - Question ouverte

Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Diapositive

Welke ontwikkeling maakte dat mensen vanaf de jaren '60 verder weg van hun werk in de stad konden gaan wonen en dus gingen sub-urbaniseren?

Slide 36 - Question ouverte

Slide 37 - Diapositive

Groeikernen:

Slide 38 - Diapositive

Bekijk op de volgende site:
de groei van groeikern Nieuwegein tussen 1970 en 1990

Slide 39 - Diapositive

Slide 40 - Lien

Een aansluitende examenvraag:

Slide 41 - Diapositive


Slide 42 - Question ouverte

Slide 43 - Diapositive

Slide 44 - Diapositive

Slide 45 - Lien

Begrippen aantekening:
renovatie: opknappen van woningen
saneren: slopen en nieuwbouw voor in de plaats
herstructurering gaat nog een stapje verder: hierbij wordt de structuur van een wijk veranderd: bijvoorbeeld:
-koopwoningen in de plaats van huurwoningen
-een oud fabrieksgebouw wordt omgebouwd tot appartementencomplex

Slide 46 - Diapositive

Slide 47 - Diapositive

Bekijk de volgende video 
en maak tijdens het kijken de vragen op p. 23/24 van je werkboek

Slide 48 - Diapositive

Slide 49 - Vidéo

Vanaf jaren '90: Vinex-wijken
Bekijk de volgende filmpjes en maak aantekeningen:

-Leg de term Vinex uit
-Noteer de feiten en cijfers uit de filmpjes
-Noteer de woningkenmerken en bewonerskenmerken die worden genoemd

Slide 50 - Diapositive

Slide 51 - Vidéo

Slide 52 - Lien

VINEX-wijken
-bouwperiode: vanaf jaren '90 van de 20e eeuw
-aan de rand van de stad vanuit het principe van het 'compacte stadbeleid'

-grootschalige nieuwbouwlocaties
-populair bij gezinnen met kinderen (tuintje, ruimte voor de auto)

Slide 53 - Diapositive

Bekijk op de volgende site
de groei van de grootste Vinexwijk van Nederland: Leidsche Rijn

Slide 54 - Diapositive

Slide 55 - Lien