Energie systemen les 6

• Sport
• MBO
• Studiejaar 1

Doelen les 6: energysystemen

• Kunnen benoemen wat het aëroob systeem inhoud.
  
• Kunnen benoemen wat het anaëroob systeem inhoud.
  
• Kunnen benoemen hoe de verschillende energiesystemen getraind kunnen worden. 

Inhoud van de les

• Aëroob uithoudingsvermogen. (kenmerken)
• Anaëroob uithoudingsvermogen. (kenmerken)
• Verschillen Aëroob en Anaëroob
• Trainen van de energiesystemen. 

Opdracht 1: (raadpleeg internet)

Benoem een aantal kenmerken van Aëroob uithoudingsvermogen. 

Kenmerken Aëroob UHV

verbruik zuurstof

lichte tot matige intensieve activiteiten

langer volhouden

raken niet buiten adem

intensiteit 1-3 

Brandstofverbruik: meer vetten, minder koolhydraten

Voorbeeld : lange afstandslopen : marathon, 10 km

Opdracht 2: (raadpleeg internet)

Benoem een aantal kenmerken van Anaëroob uithoudingsvermogen. 

Kenmerken Anaëroob UHV

géén verbruik zuurstof

 intensieve tot zeer intensieve activiteiten

zware trainingen, niet lang volhouden

raken buiten adem

intensiteit 4-5

Brandstofverbuik: koolhydraten, suikers

Voorbeeld : Krachttraining en sprinten

Opdracht 3: (raadpleeg internet)

Trainen van de energiesystemen

Voorbeelden

intensiteit 5: 100 meter sprint: kort en intensieve trainingen

intensiteit 4: meerdere korte intensieve blokjes achter elkaar 2-3 minuten per blok. Doel: melkzuur opbouw / verzuring

intensiteit 3-1: activiteiten van langere duur, niet buiten adem raken. Doel: lang volhouden

Effect: vetverbranding

Vragen?

Wat vonden we van de les vandaag?