grammatica zinsdelen herhaling H1 t/m 3

Vandaag
  • Lezen
  • Herhalen we grammatica zinsdelen: persoonsvorm, zinsdelen, onderwerp, werkwoordelijk gezegde met de Lessonup
  • oefentoetsje maken (herhaling) 

1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Vandaag
  • Lezen
  • Herhalen we grammatica zinsdelen: persoonsvorm, zinsdelen, onderwerp, werkwoordelijk gezegde met de Lessonup
  • oefentoetsje maken (herhaling) 

Slide 1 - Diapositive

Zinnen ontleden: proefwerk H1 t/m H6
Wat moet jij kunnen...
1. persoonsvorm vinden (H1) 
2. zin in zinsdelen verdelen (H1)
3. werkwoordelijk gezegde (H2)
4. onderwerp (H3)
5. lijdend voorwerp (H4)
6. meewerkend voorwerk (H5)
7. bijwoordelijke bepaling (H6)

Slide 2 - Diapositive

Herhaling zinnen ontleden en benoemen
Wie heeft deze sportschoenen vaker gezien?
pv
zinsdelen
wg
o

Slide 3 - Diapositive

Wie heeft deze sportschoenen vaker gezien? Wat is de pv?

Slide 4 - Carte mentale

Wie heeft deze sportschoenen vaker gezien? Verdeel de zin in zinsdelen.

Slide 5 - Carte mentale

Wie heeft deze sportschoenen vaker gezien? Wat is het werkwoordelijk gezegde?

Slide 6 - Carte mentale

Wie heeft deze sportschoenen vaker gezien? Wat is het onderwerp?

Slide 7 - Carte mentale

Ontleed de zin:
Ontleed: pv, zinsdelen, wwg, o
Topverdieners weigerden salaris in te leveren tijdens de crisis.

Slide 8 - Question ouverte

Antwoord
Topverdieners | weigerden | salaris | in te leveren | tijdens de crisis.
pv = weigerden
wwg = weigerden in te leveren
O = Topverdieners

(Weet je nog? De woorden 'te'  en 'aan het'  horen bij het wg.)

Slide 9 - Diapositive

Aan de slag
1. bestudeer het stappenplan zinnen ontleden t/m onderwerp
2. Maak de diagnostische oefentoets
3. Deze is morgen af en gaan we bespreken

Slide 10 - Diapositive

Evaluatie
zie volgende dia

Slide 11 - Diapositive

Ontleed: pv, zinsdelen, wwg, o
In de brugklas moeten leerlingen minimaal drie jeugdboeken lezen.

Slide 12 - Question ouverte

Antwoord
In de brugklas/ moeten /leerlingen/ minimaal drie jeugdboeken /lezen.
pv = moeten
wg = moeten lezen
o = leerlingen

Slide 13 - Diapositive

Ontleed de zin t/m het lv:
Die jongen zoekt een vriendin op wie hij echt kan rekenen.

Slide 14 - Question ouverte