8.2 Nova Max Radioactief verval

8.1 TERUGBLIK
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavo, havo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

8.1 TERUGBLIK

Slide 1 - Diapositive

Atomen zijn opgebouwd uit moleculen
A
waar
B
niet waar

Slide 2 - Quiz

Wat is een atoom?
A
Een molecuul
B
Een bouwsteen van een molecuul
C
Onderdeel van een ion
D
Een stof

Slide 3 - Quiz

Moleculen bestaan uit atomen.
Wat is GEEN een atoom?
A
Aluminium
B
Goud
C
Zuurstof
D
Water

Slide 4 - Quiz

Een atoom heeft 12 protonen en 12 neutronen. Welk atoom is dit?
A
Koolstof
B
Magnesium
C
Chroom
D
Natrium

Slide 5 - Quiz

Een atoom heeft atoomnummer 20.
Welke atoom is dat?
A
Krypton
B
Natrium
C
Zuurstof
D
Calcium

Slide 6 - Quiz

Een atoom heeft 10 protonen in zijn kern. Dit is een atoom
A
stikstof
B
neon
C
boor
D
dat kan je niet weten

Slide 7 - Quiz

Een atoom heeft atoomnummer 53,
in welke periode staat dit atoom?
A
3
B
4
C
5
D
periode?

Slide 8 - Quiz

8.2 RADIOACTIEF VERVAL

Slide 9 - Diapositive

DOEL VAN DE LES
  • Je kunt uitleggen wat radioactief verval betekend.
  • Je kunt een meetinstrument beschrijven waarmee je de straling kunt meten.
  • Je kunt uitleggen wat de halfwaarde tijd van een radioactieve bron betekend.

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Lien

Geigerteller
  • Meet de hoeveelheid straling
  • Maakt klikkend geluid 

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Als de halfwaardetijd verstreken is, is de hoeveelheid straling
A
Verdubbeld
B
Gehalveerd
C
Nog maar een kwart
D
Dat weet je niet

Slide 16 - Quiz

Wat wordt bedoeld met de halfwaardetijd van een radioactieve stof?
A
het aantal moleculen dat per seconde wordt kapotgemaakt
B
het aantal atoomkernen dat per seconde verandert
C
de tijd waarin de hoeveelheid straling wordt gehalveerd
D
de tijd waarin een radioactieve stof straling uitzendt

Slide 17 - Quiz

IJzer-55 heeft een halfwaardetijd van drie dagen.

Hoeveel radioactiviteit is er na zes dagen nog over?

A
de helft
B
een kwart
C
een achtste
D
niets meer

Slide 18 - Quiz

Neon-24 heeft een halfwaarde tijd van 15 uur. Hoeveel activiteit is er na 60 uur nog over?
A
25 %
B
12,5 %
C
6,25 %
D
3,125 %

Slide 19 - Quiz

Wat heb je nog nodig van mij?
Geef aan hoe ik je het beste kan helpen.

Slide 20 - Question ouverte

Schrijf 2 dingen op die je deze les geleerd hebt.

Slide 21 - Question ouverte

einde les Maakwerk
Hoofdstuk 7
Paragraaf 3

Opgaven: 27 t/m 39 
hoelang? tot de leswisseling

Slide 22 - Diapositive