Reading Skills 1st year

Reading Skills 1st year
Goals:
I can explain reading strategies and use a dictionary
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Reading Skills 1st year
Goals:
I can explain reading strategies and use a dictionary

Slide 1 - Diapositive

Plan for today
Discuss reading skills
Discuss how to use a dictionary
Practice reading skills

Slide 2 - Diapositive

Wat is het eerste waar je naar kijkt als je een tekst gaat lezen?

Slide 3 - Question ouverte

Alles wat je als eerst doet behoort tot oriënterend lezen
Je kijkt dus naar:
Titel
Tussenkopjes
Anders gedrukte woorden
Plaatjes
Eerste en laatste zinnen

Slide 4 - Diapositive

Waarom oriënterend lezen?
Je activeert de voorkennis die je al hebt over het onderwerp.

Stel je ziet een tekst met een plaatje van Peppa Pig en de titel: "The Peppa Pig Effect";

Waar denk je aan? Wellicht die ouders, George, het geknor? 

Slide 5 - Diapositive

Naast oriënterend lezen kennen wij ook andere soorten lezen
Zoekend lezen

Intensief lezen

Slide 6 - Diapositive

Welke twee soorten vragen ken jij?

Slide 7 - Question ouverte

Hoe pak een Multiple Choice vraag aan?

Slide 8 - Question ouverte

MC-vraag
  1. Lees de vraag en lees de antwoorden NIET door
  2. Bedenk wat het antwoord zou kunnen zijn
  3. Zoek het antwoord in de tekst
  4. Markeer het antwoord met een marker in de tekst en ga nu de antwoorden van de vraag lezen
  5. Streep de foute antwoorden weg
  6. Komt het antwoord wat overblijft overeen met wat jij dacht?

Slide 9 - Diapositive

Open vraag
Beantwoord de vraag ALTIJD in de taal waarin deze wordt gesteld.
Staat er citeer? Neem dat LETTERLIJK een stukje uit de tekst over. 

Slide 10 - Diapositive

Als je de betekenis van het woord "Imperfect" moet opzoeken, bij welke letter zoek je dan?
A
Bij de letter "I"
B
Bij de letter "P"

Slide 11 - Quiz

Woordenboeken
Je mag bij de toets woordenboeken gebruiken. 
Woordenboeken kosten tijd dus probeer eerst te raden wat het woord betekend d.m.v. de context!

Slide 12 - Diapositive