Subjectieve en objectieve argumenten

Controleren lesdoelen
Subjectieve en
objectieve argumenten
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 10 min

Éléments de cette leçon

Controleren lesdoelen
Subjectieve en
objectieve argumenten

Slide 1 - Diapositive

Wat zijn subjectieve argumenten?

Slide 2 - Question ouverte

Wat zijn objectieve argumenten?

Slide 3 - Question ouverte

Volgens de WHO verhoogt regelmatig fastfood eten de kans op obesitas met 30% bij jongeren.
A
Objectief argument
B
Subjectief argument

Slide 4 - Quiz

Ik vind dat sociale media juist goed is, omdat je hierdoor makkelijker contact houdt met vrienden.
A
Objectief argument
B
Subjectief argument

Slide 5 - Quiz

Volgens het CBS brengen Nederlandse jongeren gemiddeld 5 uur per dag door op sociale media, wat ten koste gaat van hun schoolprestaties en slaap.
A
Objectief argument
B
Subjectief argument

Slide 6 - Quiz

Onderzoek gepubliceerd in De Volkskrant toont aan dat stoppen met roken de levensverwachting met gemiddeld 10 jaar kan verlengen.
A
Objectief argument
B
Subjectief argument

Slide 7 - Quiz

Ik heb zelf ervaren dat ik met mijn telefoon sneller kan werken, bijvoorbeeld door snel dingen op te zoeken.
A
Objectief argument
B
Subjectief argument

Slide 8 - Quiz

Fastfood smaakt gewoon lekker, dus het zou niet eerlijk zijn als het beperkt wordt.
A
Objectief argument
B
Subjectief argument

Slide 9 - Quiz

Magister to do:
Blok 3 Lezen

Opdracht 1 en 2 op bladzijde 153!

Slide 10 - Diapositive