TL3 Oefentoets hoofdstuk 7

• Economie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

TL3 Oefentoets hoofdstuk 7

Je gaat 20 opgaven maken. Weet je een begrip niet meer dan kun je dat nu nog opzoeken in je boek. Maak de toets serieus. 

Succes!

Noem de drie lagere overheden

De overheid kan ongewenst gedrag van burgers of bedrijven afremmen, bijvoorbeeld door energiebelasting te hebben. Noem nog twee maatregelen waarmee de overheid ongewenst gedrag kan afremmen

Wat zijn voorbeelden van collectieve goederen. Meerdere antwoorden mogelijk

1. Dijken
2. Onderwijs
3. Laptops
4. Straatverlichting

Dankzij subsidie kost een kaartje voor een theatervoorstelling €32,50. Zonder subsidie zou het kaart €45 kosten. Bereken hoeveel procent de subsidie is van de oorspronkelijke prijs.

In Nederland heeft de overheid een sociaal minimum vastgesteld. Leg uit wat het sociaal minimum is

In 2018 gaf de overheid €8,9 miljard uit aan subsidies. Afgelopen jaar was dat €9,1 miljard. Bereken met hoeveel procent het totale subsidiebedrag is gestegen ten opzichte van 2018.

De overheid ontvangt in een jaar €12,4 miljard aan accijnzen. Het aantal inwoners van ons land is 17,2 miljoen. Bereken hoeveel accijns dat gemiddeld per inwoner is. Rond af op hele euro's

Werknemers betalen met een deel van hun loon mee aan de uitkeringen van mensen die zelf geen of onvoldoende inkomen hebben. Welk begrip past bij deze omschrijving

Wat zijn voorbeelden van werknemers verzekeringen. Meerdere antwoorden mogelijk

1. AOW
2. ANW
3. WIA
4. WW

Donna verdient €2350 bruto per maand. Daarover betaalt ze 17,9% AOW-premie. Bereken hoeveel AOW-premie zij in een jaar betaalt.

Wat zijn voorbeelden van indirecte belastingen. Meerdere antwoorden mogelijk

1. accijns
2. btw
3. inkomstenbelasting
4. vennootschapsbelasting

Hoe wordt de motorrijtuigenbelasting ook wel genoemd.

1. Accijns
2. bpm
3. tol
4. wegenbelasting

Leg uit wat het profijtbeginsel inhoudt.

Hoe noem je de toelichting op de rijksbegroting waarin de regering uitlegt welke keuzes zij gemaakt heeft?

1. Begrotingstekort
2. Miljoenennota
3. Staatsschuld
4. Troonrede

Leg uit wat het solidariteitsbeginsel inhoudt.

Het tarief voor vennootschapsbelasting is:
- Over winst tot €245000 15%
- Over winst boven €245000 25%

Bonnie heeft een winst van €178000 behaald. Bereken hoeveel vennootschapsbelasting ze moet betalen.

Als de overheidsuitgaven groter zijn dan de inkomsten ontstaat er een ...

1. Begrotingsoverschot
2. Begrotingstekort

Vorig jaar was de Nederlandse staatsschuld €416 miljard. Dit jaar is de schuld nog €394 miljard. Bereken met hoeveel procent de staatsschuld is afgenomen.

De Nederlandse staatsschuld daalt met €350 per seconde. Met hoeveel euro daalt de staatsschuld per dag?

Wat is de grootste uitgavenpost van de overheid?

1. Onderwijs
2. Zorg
3. Milieu
4. Sociale zekerheid