1. Is de beeldafstand van een bijziend persoon te kort of te lang?
2. Wat voor vergroting glazen zitten in de bril van een verziend persoon?
3. Hoe noemen we het proces waarbij het straalvormig lichaam aangespannen kan worden om de lens boller te maken?
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4
Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Het oog
Reflectie vorige les
1. Is de beeldafstand van een bijziend persoon te kort of te lang?
2. Wat voor vergroting glazen zitten in de bril van een verziend persoon?
3. Hoe noemen we het proces waarbij het straalvormig lichaam aangespannen kan worden om de lens boller te maken?
Slide 1 - Diapositive
Leerdoelen
Je kunt de pupilreflex beschrijven
Je kunt de bouw en werking van het netvlies toelichten
Je kunt uitleggen hoe 2 ogen er samen voor zorgen dat we diepte kunnen zien (stereoscopie)
Slide 2 - Diapositive
Bespreken opdrachten
7, 16-19
Slide 3 - Diapositive
Welke spieren zitten in de ogen en wat is hun functie?
Slide 4 - Diapositive
Blinde Vlek test
Zet stip en + op papier (10cm uit elkaar). Doe rechterhand voor rechteroog. Focus op het + met linkeroog. Breng langzaam richting je oog. Wat gebeurt er?
Slide 5 - Diapositive
Leerdoel 1
Je kunt de pupilreflex beschrijven
Slide 6 - Diapositive
De pupilreflex
Slide 7 - Diapositive
Welke spieren trekken samen bij het kleiner maken van de pupil?
A
Kringspieren
B
Straalsgewijs lopende spieren
Slide 8 - Quiz
Leerdoel 2
Je kunt de bouw en werking van het netvlies beschrijven
Slide 9 - Diapositive
Het netvlies
Gele vlek: centrale deel netvlies met alleen kegeltjes.
Hiermee kun je het scherpst zien.
Blind vlek: plek waar de bloedvaten en axonen het oog verlaten. Met dit stuk netvlies kun je niet zien.
Slide 10 - Diapositive
Blinde Vlek
We hebben een blinde vlek maar hoezo merken we daar niets van?
Slide 11 - Diapositive
Lezen blz. 100-102
Tekstbegripsvragen:
Welke 2 type lichtreceptoren zijn er?
Hoe liggen de lichtreceptoren verdeeld over het netvlies?
Hoe kunnen de hersenen onderscheidt maken tussen verschillende kleuren licht?
Waar in de hersenen wordt alles wat je ziet aan je rechterkant verwerkt?
timer
6:00
Slide 12 - Diapositive
Welke van de 2 type lichtreceptoren zullen niet goed werken bij kleurenblinde mensen?
A
Staafjes
B
Kegeltjes
Slide 13 - Quiz
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Staafjes Kegeltjes
Lage prikkeldrempel
Zwart/ wit
Meerdere staafjes per zenuwcel (wazig beeld)
Buiten gele vlek
Hoge prikkeldrempel (veel licht nodig)
Kleuren (groen, blauw, rood)
Eén zenuwcel per kegeltje (scherp beeld)
Vooral in gele vlek
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
Leerdoel 3
Je kunt uitleggen hoe 2 ogen er samen voor zorgen dat we diepte kunnen zien (stereoscopie)
Slide 18 - Diapositive
Maken 28
Slide 19 - Diapositive
Stereoscopie
De impulsen worden via je oogzenuw naar het gezichtscentrum in de hersenen geleidt.
De oogzenuwen van beide ogen kruisen elkaar midden in de hersenen. Dit noemen we het optisch chiasma.
De linker helft van je gezichtsveld wordt verwerkt in het rechtergezichtscentrum en vice versa
Omdat je 2 ogen hebt krijgen je hersenen 2 verschillende beelden binnen
Het verschil tussen de beelden gebruiken je hersenen om diepte te zien
Je hebt dus 2 ogen nodig om goed diepte te kunnen inschatten