Comparativus en superlativus
1 / 10
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
De comparativus celerior kun je vertalen met
A
het snelst
B
sneller
C
te snel
D
nogal snel
Slide 2 - Quiz
De superlativus celerrimus kun je vertalen met
A
sneller
B
snelst
C
zeer snel
D
nogal snel
Slide 3 - Quiz
quam celerrime betekent
Slide 4 - Question ouverte
Vertaal difficilius:
Ik kan dit echt niet, ik vind het difficilius
Ik kan dit echt niet, ik vind het difficilius
Slide 5 - Question ouverte
Vir felicior quam puer est
A
De man is heel gelukkig net als de jongen
B
De man is gelukkiger dan de jongen
C
De jongen en de man zijn even gelukkig
D
De man is het gelukkigst.
Slide 6 - Quiz
femina iratissima est
A
de vrouw is woedend
B
de vrouw is nogal woedend
C
de vrouw is woedender
D
de vrouw is heel woedend
Slide 7 - Quiz
Titus fortior Marco est
A
Titus en Marcus zijn nogal dapper
B
Titus is dapperder dan Marco
C
Titus is dapperder dan Marcus
D
Titus is heel dapper
Slide 8 - Quiz
vestes magnopere pulchrae sunt
A
de kledingstukken zijn mooi
B
de kledingstukken zijn heel mooi
C
de kledingstukken zijn nogal mooi
D
de grote kledingstukken zijn te mooi
Slide 9 - Quiz
Comparativus
Superlativus
lenius
timidissimo
iratioris
celerrimum
difficiliorem
