Past simple - onderwijsleergesprek

Past Simple


Aan het einde van de les kun je:
  • de Past Simple herkennen
  • de Past Simple gebruiken
  • de Past Simple toepassen
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1-4

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Past Simple


Aan het einde van de les kun je:
  • de Past Simple herkennen
  • de Past Simple gebruiken
  • de Past Simple toepassen

Slide 1 - Diapositive

Welke zin staat in de past simple?
A
She liveed in the city.
B
She lived in the city.
C
She is living in the city.
D
She lives in the city.

Slide 2 - Quiz

Wat geef je aan met de past simple?

Slide 3 - Diapositive

Wat geef je aan met de past simple?

  • Iets dat in het verleden is gebeurd.
  • Iets dat nu al is afgelopen.

Slide 4 - Diapositive

Welke signaalwoorden horen bij de past simple?

Slide 5 - Diapositive

Welke signaalwoorden horen bij de past simple?

  • Yesterday
  •  Last month
  • In 1999
  • A month ago
  • Etc...

Slide 6 - Diapositive

Past Simple
Gebruik je: als iets in het verleden is gebeurd en nu is afgelopen.

Signaalwoorden: 
Vaak een duidelijke tijdsbepaling in het verleden:
yesterday / 5 years ago / last week / in 1999

Slide 7 - Diapositive

Hoe vorm je de past simple (bij regelmatige werkwoorden)?
A
Hele werkwoord + s
B
Vorm van to be + hele werkwoord + ing
C
Hele werkwoord + ed
D
Geen regel. Uit je hoofd leren.

Slide 8 - Quiz

Past Simple: bevestigende zinnen
I / you / he / she/ it / we / they
+
hele ww + ed
I talked to Isaac last week.
They talked to Isaac last week.

Je gebruikt voor alle personen dezelfde vorm!

Slide 9 - Diapositive

I ... (like) chocolate when I was young. (bevestigende zin)

Slide 10 - Diapositive

I ... (like) chocolate when I was young. (bevestigende zin)

liked
(Bij werkwoorden die eindigen op een -e, voeg je in de past simple alleen een -d toe)

Slide 11 - Diapositive

My dad ... (not - to cook) dinner yesterday. (ontkennende zin)

Slide 12 - Diapositive

My dad ... (not - to cook) dinner yesterday. (ontkennende zin)

didn't cook
did not cook
(Let op! Na didn’t plaats je het hele werkwoord. Dus géén werkwoord met -ed.)

Slide 13 - Diapositive

Past Simple: ontkennende zinnen
I / you / he / she/ it / we / they
+
didn't + hele ww
I didn't talk to Isaac last week.
They didn't talk to Isaac last week.

Let op! Omdat je al didn't gebruikt, krijgt het ww geen -ed op het eind.

Slide 14 - Diapositive

 ... ... ... (you - like) school when you were young? (vraagzin)

Slide 15 - Diapositive

 ... ... ... (you - like) school when you were young? (vraagzin)

Did you like
(Let op! Na did plaats je het hele werkwoord. Dus géén werkwoord met -ed.)

Slide 16 - Diapositive

Past Simple: vraagzinnen
Did
+
I / you / he / she/ it / we / they + hele ww
Did talk to Isaac last week?
Did they talk to Isaac last week?

Let op! Omdat je al did gebruikt, krijgt het ww geen -ed op het eind.

Slide 17 - Diapositive

De past simple van regelmatige werkwoorden is voor mij...
A
...volkomen duidelijk.
B
...een groot raadsel.
C
...duidelijk, maar toepassen is soms nog moeilijk.

Slide 18 - Quiz