5.1 vrijheid en onvrijheid -KADER

Rechtsstaat  5.1 vrijheid en onvrijheid 
WERKBOEK: BLZ. 112
TEKSTBOEK: BLZ. 72 
Lesplanning:
- Iets over het vak
- Uitleg
- Samen lezen
- Maken opdrachten
- Video plastische chirurgie
- Controle vragen

Pak je boeken
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

Cette leçon contient 24 diapositives, avec diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Rechtsstaat  5.1 vrijheid en onvrijheid 
WERKBOEK: BLZ. 112
TEKSTBOEK: BLZ. 72 
Lesplanning:
- Iets over het vak
- Uitleg
- Samen lezen
- Maken opdrachten
- Video plastische chirurgie
- Controle vragen

Pak je boeken

Slide 1 - Diapositive

 Uitreiking en iets over het vak
Welk maatschappelijk probleem wordt hier voor gewaarschuwd?
Wesley, Kira & Belle de winnaar van de SIRE campagne

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

wie vindt maatschappijleer heel moeilijk?

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

rechtsstaat  5.1 vrijheid en onvrijheid
Doelen:
  • Je kunt uitleggen wat een rechtsstaat is.

  • Je kunt het verschil aangeven tussen een autoritaire staat en een dictatuur

  • Je kunt uitleggen wat censuur is. 

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Rechtsstaat  5.1 vrijheid en onvrijheid
rechtsstaat
Nederland is een rechtsstaat        rechten en plichten burgers en overheid in wetten staan.
Kortom: een land met wetten




Nederland is een democratie, omdat wij de politici zelf gekozen.
Dus: democratische rechtsstaat.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Iedereen moet zich aan de wet houden


Een wetsovertreder kan straf krijgen, dus ook een agent, een minister, of directeur van een groot bedrijf.

We zeggen dus; niemand staat boven de wet.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

rechtsstaat  5.1 vrijheid en onvrijheid
Autoritaire staten




Weinig rechten of vrijheden + kleine groep mensen de macht/baas   Autoritaire landen.          autoritair = bazig of dwingen

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

rechtsstaat  5.1 vrijheid en onvrijheid
autoritaire staten
 hebben vaak wel een parlement, maar daarin zitten vooral mensen die het met de machthebbers eens zijn.

-> verkiezingen vaak oneerlijk





Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

rechtsstaat  5.1 vrijheid en onvrijheid 
dictatuur
De meest strenge autoritaire staten: dictaturen.        één persoon/kleine groep mensen heeft alle macht.

- Inwoners hebben vaak geen rechten.
- Je mag niet je eigen mening geven.

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

0

Slide 13 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

rechtsstaat  5.1 vrijheid en onvrijheid (kgt)
dictatuur
- machthebbers  accepteren geen kritiek.
- Journalisten kunnen hun werk niet doen.

Er mag alleen positief over de leiders gesproken worden. Er wordt expres informatie achtergelaten of veranderd. Dit noem je       censuur.

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Samen lezen
- Iedereen leest mee

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan het werk 5.1
Wat: 
5.1 opdracht: 1, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10 & 11.
+ Laten controleren en daarna: nakijken!
Tijd: 20 minuten
Hoe: rustig op je eigen plek.
Uitkomst: werk moet af, laten controleren en daarna nakijken.
Klaar: opdrachten nagekeken? 
verdiepen in maatschappelijke problemen die jij interessant vindt.


BLZ. 124
timer
20:00

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1. Wat is een dicatuur
A. De meest strenge autoritaire staten
B. Staten waar veel vrijheid is
C. Staten waar een democratie is

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

2. Wat is een democratie
A. een land waarin het volk niets te zeggen heeft.
B. een land waar meebeslist mag worden
C. een land met een bestuursvorm waarin het volk regeert.

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

3. Wat is een rechtstaat
A. een land met regels en wetten
B. een land waar alles wordt bepaald door de dictator

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

4. Wat is een autoritaire staat
A.  er is vaak een parlement, maar daarin zitten vooral mensen die het met de machthebbers eens zijn.
B. er is altijd een parlement, en iedereen mag stemmen en meebeslissen.

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Mensenrechten worden overal gehandhaafd 

 A. Ook in een democratie
B. Ook in een dictatuur

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De grondwet 
A. volgens de grondwet hebben burgers geen recht op gelijke behandeling 
B. volgens de grondwet hebben burgers  recht op gelijke behandeling 

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions