anatomie/fysiologie urogenitale stelsel
1 / 21
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Een nier is 20 cm lang
timer
0:10
A
waar
B
niet waar
Slide 4 - Quiz
Op de nier ligt de bijnier
timer
0:10
A
waar
B
niet waar
Slide 5 - Quiz
Er is geen verschil tussen de
plasbuis van de man en vrouw
plasbuis van de man en vrouw
timer
0:10
A
waar
B
niet waar
Slide 6 - Quiz
De nieren liggen voor in de
buikholte
buikholte
timer
0:10
A
waar
B
niet waar
Slide 7 - Quiz
In een nefron worden hormonen gemaakt.
timer
0:10
A
waar
B
niet waar
Slide 8 - Quiz
Urine bestaat voor 90 % uit water
timer
0:10
A
waar
B
niet waar
Slide 9 - Quiz
Per 24 uur wordt 180 liter urine geproduceerd
timer
0:10
A
waar
B
niet waar
Slide 10 - Quiz
Bij 1000 ml urine in de blaas krijg
je het gevoel dat je moet plassen
je het gevoel dat je moet plassen
timer
0:10
A
waar
B
niet waar
Slide 11 - Quiz
Door de uitwendige sluitspier van
de blaas kun je je plas ophouden
de blaas kun je je plas ophouden
timer
0:10
A
waar
B
niet waar
Slide 12 - Quiz
Wat doet de prostaat?
Slide 13 - Question ouverte
Vanuit de nier loopt de urine via
de urineleider naar de blaas
de urineleider naar de blaas
timer
0:10
A
waar
B
niet waar
Slide 14 - Quiz
Het antidiuretisch hormoon (ADH) bevordert de resorptie (opname) van water in de nieren.
timer
0:10
A
waar
B
niet waar
Slide 15 - Quiz
Slide 16 - Vidéo
Hoeveel liter bloed stroomt er dagelijks door de nieren?
Slide 17 - Question ouverte
Hoe wordt een zuiveringsstation in de nieren genoemd?
Slide 18 - Question ouverte
Hoe heet de ''buis'' waar Creatinine en Ureum urine wordt?
Slide 19 - Question ouverte
Hoe heet de buis van het nierbekken naar de blaas?
A
ureter
B
urethra
C
urinoir
D
uterus
