zintuigen

zintuigen
1 / 50
suivant
Slide 1: Diapositive
VerzorgendeMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 50 diapositives, avec diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

zintuigen

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zintuigen van de mens





Zintuigen = "meetapparatuur" om de omgeving waar te nemen
Alle zintuigen bij elkaar = zintuigstelsel

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zintuig
  • Een zintuig is een orgaan dat reageert op prikkels uit je omgeving.
  • Zintuigenstelsel

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Prikkels en impulsen
Een prikkel is een berichtje (uit de omgeving) dat wordt opgevangen in een zintuig.

In je zintuig wordt zo'n prikkel omgezet in een elektrisch stroompje, dat noem je een impuls

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zintuigen

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Smaak (proeven)
Smaakzintuigen: worden geprikkeld door smaakstoffen

Tong: is ruw, bevat uitsteeksels en holtes, hierin liggen smaakzintuigen
5 soorten smaakzintuigen:
zoet, zout, zuur, bitter, umani (hartig)

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Ruiken
  • lucht inademen.
  • geurstoffen komen bij je
reukzintuig.
  • geurstoffen zijn de prikkels
voor je reukzintuig.
  • reukzintuig stuurt via de
reukzenuw een impuls naar
je hersenen.
  • hersenen geven aan welke
geur het is.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zintuigen in de huid
  1. Tastzintuigen
  2. Drukzintuigen
  3. Pijnzintuigen
  4. Warmte zintuigen
  5. Koude zintuigen

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zintuigcellen

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Prikkeldrempel
Denk hierbij aan een deurbel. 
Wanneer je niet genoeg drukt op de bel, zal er geen geluid komen.
Ding Dong.....

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 14 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Adaptatievermogen
Dit is het vermogen van een zintuigcel om zich aan te passen. 

  • Dat irritante geluid van de tikkende klok bijvoorbeeld. Na een week hoor je hem niet meer. 
  • Of een lekker luchtje die je opspuit, na een tijdje ruik je hem zelf niet meer.

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Het Oog

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De kegeltjes en staafjes
Contrast, zwart/wit

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kleurenblindheid
Linksonder; rood kleurenblind
Rechtsonder; groen kleurenblind

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Pupilreflex
Kringspieren

Straalsgewijs lopende spieren

Slide 20 - Diapositive

In en om je oog zitten veel spiertjes die ervoor zorgen dat je goed en scherp kunt zien.

Als een spier zich samentrekt, dan wordt hij korter

Slide 21 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Accommoderen

Slide 22 - Diapositive

Om een beeld scherp te kunnen zien, is niet alleen voldoende licht nodig wat door de pupil heen valt. Het beeld zal ook scherp op het netvlies moeten vallen.

Je kunt dit vergelijken met het scherpstellen van een camera.

Het licht kaatst van het object af waar je naar kijkt en valt door het hoornvlies en de lens op het netvlies. Als de lichtstralen door de lens heen vallen, dan worden deze gebroken (denk maar aan een regenboog als je schuin door glas heen kijkt)

Vallen deze lichtstralen weer op één punt, dan heb je een scherp beeld.
Accommoderen

Slide 23 - Diapositive

Als je in de verte kijkt, dan hoeven de lichtstralen minder sterk te breken en de is lens plat.
- Net als bij de pupil zijn hierbij de rechte spieren (de lensbandjes) strakgetrokken en de kringspieren zijn ontspannen

Als je dichtbij kijkt, moeten de lichtstralen sterk breken (een scherpe hoek maken (denk maar aan een bocht tijdens het autorijden) en wordt de lens boller. 
- Hierbij zijn de kringspieren aangespannen en de lensbandjes ontspannen

Dit aanpassen door de lens noemen we accommoderen
Accommoderen

Slide 24 - Diapositive

Flubberbal van de action?
Bijziend
Myopie = bijziendheid
Dichtbij goed kunnen zien
Te bolle ooglens
Oogbol is langer dan normaal
Lichtstralen focussen vóór het netvlies

Slide 25 - Diapositive

Het is dus de bedoeling dat alle lichtstralen op één punt, de gele vlek, van het netvlies terecht komen.

Bijziend -> licht breekt eigenlijk te sterk
Bijziend

Slide 26 - Diapositive

Het is dus de bedoeling dat alle lichtstralen op één punt, de gele vlek, van het netvlies terecht komen.

Bijziend -> licht breekt eigenlijk te sterk

Holle lens breekt de lichtstralen iets naar buiten, waardoor de sterke breking wordt opgeheven.
Verziendheid

Slide 27 - Diapositive

Als mensen ouder worden, hebben zij vaak een leesbril nodig. Zij kunnen dichtbij niet goed meer zien. Dit noemen we presbyopie
- door minder elastische ooglens en meer moeite om lens bol te maken

bolle lens breekt het licht alvast wat voor

Slide 28 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 29 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Oogziekten 
  • Glaucoom

  • Cataract

Slide 30 - Diapositive

woensdag of vrijdag
Glaucoom
Glaucoom: Blokkade in afvoer van kamervocht

  • Er komt steeds meer vocht in het oog...
  • Er komt steeds meer druk in het oog...

Slide 31 - Diapositive

Waar werd het kamervocht ook weer gemaakt?
Chronisch glaucoom
Afvoer van kamervocht slibt langzaam dicht
  • Oogdruk neemt heel langzaam toe
  • Oogzenuw raakt langzaam beschadigd
  • Patiënt ziet langzaam steeds minder
     (kokervisie)

Schade aan oogzenuw herstelt niet
  • oogdruppels (timolol)/drain/operatie
    kan verdere schade voorkomen

Slide 32 - Diapositive

Zicht wordt van buiten naar binnen steeds minder; dit noemen we kokervisie
Cataract (staar)
(Grijze) staar: vertroebeling van de lens
  • Meestal door ouderdom
  • Soms aangeboren/erfelijk
  • Door ziekte, zoals diabetes

Symptomen: Meestal aan beide ogen
  • Wazig zien, minder contrast en kleuren zien 
  • ’s Nachts slechter zien
  • Last met 's avonds autorijden

Slide 33 - Diapositive

Vertroebeling komt door klontering van eiwitten in de lens

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

OOR




Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 40 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 41 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 42 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 43 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 44 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 45 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 46 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 47 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 48 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 49 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 50 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions