Verkeersles : basis woordenschat
1 / 33
La durée de la leçon est: 45 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Welke dag en datum is het vandaag?
Slide 2 - Question ouverte
Op welke datum ben je jarig?
Dag- maand
Dag- maand
Slide 3 - Question ouverte
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
A
de ambulance
B
de auto
C
de bestuurder
D
de tractor
Slide 19 - Quiz
A
de fiets
B
de voetganger
C
de tram
D
de auto
Slide 20 - Quiz
A
de tram
B
de bestuurder
C
de trein
D
de scooter
Slide 21 - Quiz
A
de trein
B
de bus
C
de tram
D
de vrachtwagen
Slide 22 - Quiz
A
de voetganger
B
de bus
C
de scooter
D
de tractor
Slide 23 - Quiz
A
de vrachtwagen
B
de ambulance
C
de politiewagen
D
de trein
Slide 24 - Quiz
A
de politiewagen
B
de brandweerwagen
C
de ambulance
D
de boot
Slide 25 - Quiz
A
de ambulance
B
de brandweerwagen
C
de politiewagen
D
het vliegtuig
Slide 26 - Quiz
A
de bestuurder
B
de fietser
C
de vrachtwagen
D
de voetganger
Slide 27 - Quiz
A
de fiets
B
de scooter
C
de auto
D
de tractor
Slide 28 - Quiz
A
de voetganger
B
de bestuurder
C
de fietser
D
de fiets
Slide 29 - Quiz
de fietser
de bestuurder
de ambulance
de bus
Slide 30 - Question de remorquage
de auto
de vrachtwagen
de brandweerwagen
de voetganger
Slide 31 - Question de remorquage
de tractor
de auto
de scooter
de tram
Slide 32 - Question de remorquage
welke woorden heb je geleerd?
