8.4 veranderende ecosystemen

8.4 veranderende ecosystemen
Je leert hoe van een eenvoudig ecosysteem een complex ecosysteem tot stand komt.
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

8.4 veranderende ecosystemen
Je leert hoe van een eenvoudig ecosysteem een complex ecosysteem tot stand komt.

Slide 1 - Diapositive

INTRAspecifieke concurrentie
(intra = binnen)
INTERspecifieke concurrentie
(inter = tussen)

Slide 2 - Diapositive

Populatiegrootte bepalen via de methode
vangen-merken-terugvangen

(vangst-terugvangst methode)

Slide 3 - Diapositive

populatiegroote berekening.
vangen-merken-terugvangen
bij vangst 1: tellen en merken we alle dieren (V1*)en zeten we ze terug. De dieren zullen zich weer verspreiden tussen anderen.
bij vangst 2: tellen we totale gevangen  dieren( ook de gemerkte dieren zitten hierbij (V2) 
totale gemerkte dieren bij vangst 2 (V2*). Bereken:
Populatiegrootte is V1* x V2 : V2* of maak een tabel. 

Slide 4 - Diapositive

Vangst-terugvangst methode
Beheerders maken vaak gebruik van het vangen en merken om een schatting te maken van de populatie
  • Eerste vangst (deze merken) (N1)
  • Na enkele dagen  vangen de beheerders de dieren opnieuw (N2) en tellen ze het aantal gemerkte dieren (N3):

Formule: N = (n1 x n2) / n3

Slide 5 - Diapositive

voorbeeld
Stel: je wil het aantal vissen in een vijver schatten.
Je vangt bij de eerste vangst 80 vissen. Je markeert ze en laat ze terug in het water.

Een paar dagen later vang je bij de tweede vangst 100 vissen, waarvan er 20 gemarkeerd zijn.

Vraag: Hoe groot is de populatie vissen in de vijver?

Slide 6 - Diapositive

antwoord
Antwoord:
De geschatte populatiegrootte is 400 vissen.

Slide 7 - Diapositive

succesie
Veranderen in een gebied de omstandigheden, dan verandert ook de soortsamenstelling van planten en dieren 

Slide 8 - Diapositive

Primaire en secundaire successie

Slide 9 - Diapositive

Pionierstadium --> climaxstadium

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Lien

Pioniersstadium

  • weinig soorten
  • weinig interspecifieke relaties
  • kleine biomassa
  • grote invloed abiotische factoren
  • geen humus (bij primaire successie)
Climaxstadium

  • veel soorten
  • veel interspecifieke relaties
  • grote biomassa
  • kleine invloed abiotische factoren
  • veel humus

Slide 12 - Diapositive

Even testen..

Slide 13 - Diapositive

De zon heeft het meeste invloed op..
A
een climaxstadium
B
een pioniersstadium

Slide 14 - Quiz

In welk stadium heb je meer interspecifieke concurrentie?
A
subclimaxstadium
B
climaxstadium
C
pioniersstadium

Slide 15 - Quiz

Hier heb je veel humus:
A
pioniersstadium
B
climaxstadium

Slide 16 - Quiz

Ik weet hoe van een eenvoudig ecosysteem een complex ecosysteem tot stand komt.
A
eens
B
oneens

Slide 17 - Quiz