5.4 Schrijven en formuleren: review schrijven

Een schriftelijke beoordeling schrijven
5.4 Schrijven en formuleren

In deze paragraaf leer je:
> een beoordeling/review schrijven
> met zinnen variëren

Dit hoofdstuk heb je nodig voor het schrijven van je review!
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Een schriftelijke beoordeling schrijven
5.4 Schrijven en formuleren

In deze paragraaf leer je:
> een beoordeling/review schrijven
> met zinnen variëren

Dit hoofdstuk heb je nodig voor het schrijven van je review!

Slide 1 - Diapositive

Review schrijven schrijftaak 5.4
Schrijf een review over het vierde boek dat je hebt gelezen.

20 juni schijfplan / 24 juni review schrijven op papier

Wat is je standpunt over het boek?
Zou je het boek aanraden?
Welke drie argumenten onderbouwen dit?
Conclusie + aantal sterren!

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Het tekstdoel van een beoordeling is?
A
informeren
B
amuseren
C
overtuigen
D
activeren

Slide 5 - Quiz

A. Inleiding van een beoordeling (recensie/review)
1. onderwerp van de beoordeling

2. zorg voor een aansprekende binnenkomer
waarmee je de aandacht trekt

Het boek Alaska is een must om te lezen voor alle dierenliefhebbers.

3. geef kort je mening

Slide 6 - Diapositive

B. Kern/middenstuk van een beoordeling (recensie/review)
1. Beschrijf wat je hebt gezien, gelezen, gehoord

2. Geef je oordeel

3. Onderbouw je oordeel met argumenten (beoordelingswoorden)
+ geeft voorbeelden uit je boek bij je argumenten

4. Gebruik evt. tussenkopjes 



Slide 7 - Diapositive

C. Slot van een beoordeling of recensie 
1. Vat de kern van je beoordeling samen

2. Eindig met een pakkende zin: de uitsmijter:

Kortom, hondenliefhebbers opgelet: 
Alaska is een heerlijke tranentrekker en verdient 5 sterren!
*****

Slide 8 - Diapositive

Weet je nog? (3.4)

Slide 9 - Diapositive

Weet je het nog? (3.4.)
1. Inversie 
2. Variëren in woordkeuze 
3. Showing, not telling

Slide 10 - Diapositive

1. Inversie
Normale zin =  o + pv 
Ik  vind het boek oppervlakkig en suf.

Zin met inversie = pv + o
Suf en oppervlakkig vind ik het boek.

Slide 11 - Diapositive

2. Woordkeus variëren

Probeer je woordkeus te varieren. Heraal een woord niet vaak of onnodig. Vervang het door een synoniem of verwijswoord



Slide 12 - Diapositive

3. Beeldend formuleren
Schrijf zo dat de lezer een beeld kan vormen:
showing, NOT telling! 
bladzijde 186

Slide 13 - Diapositive

Met zinnen variëren (5.4)
Een tekst leest prettiger als je varieert in je zinnen:

1. varieer in de lengte, wissel korte en lange zinnen af
Splits lange zinnen op in korte zinnen. Alleen korte zinnen is kinderachtig.

2. varieer in de volgorde van de zinnen (inversie, zie ook 3.4)

De schrijfstijl is pakkend en meeslepend.
Pakkend en meeslepend is de schrijfstijl.

Slide 14 - Diapositive

Op welke manier
kun je nog meer variëren?

Slide 15 - Carte mentale