H7 Beweging

H7 Beweging
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

H7 Beweging

Slide 1 - Diapositive

H7 Beweging
7.2 Snelheid
7.3 Versnellen en vertragen 
7.4 Beweging in beeld
7.5 Kracht en beweging



Slide 2 - Diapositive

Wat weet je al over

 beweging en snelheid?

Slide 3 - Diapositive

Leerdoelen H7.2 Snelheid
Aan het eind van deze paragraaf kan ik:
  • Beschrijven wat snelheid is
  • uitleggen wat het verschil is tussen snelheid en gemiddelde snelheid
  • Snelheid uitrekenen
  • Snelheid omrekenen van km/h naar m/s

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Slide 6 - Diapositive

Wat is snelheid?
                  Snelheid zegt iets over hoe snel iets beweegt, bv ik fiets 18 km/h





  • Hoe ver (afstand) een voorwerp is gekomen in een bepaalde tijd.
  • Veel gebruikte eenheid is KILOMETER per UUR (km/h)
  • officiële eenheid is METER per SECONDE (m/s)

Slide 7 - Diapositive

afstand = snelheid x tijd
tijd = afstand : snelheid
snelheid = afstand : tijd

Slide 8 - Diapositive

Voorbeeldopgave: 
Een vliegtuig vliegt 2,5 uur met een snelheid van 1000 km/h. 
Welke afstand heeft het vliegtuig afgelegd? 


Gevraagd:   
  • afstand = ? km
Gegevens:  
  • tijd = 2,5 h  ;  snelheid = 1000 km/h
Formule:     
  • afstand = snelheid x tijd 
Uitwerking:  
  • afstand = 1000 x 2,5 = 2500 km
Antwoord:   
  • de afstand is 2500 kilometer


Slide 9 - Diapositive

Zet de stappen van een berekening in de juiste volgorde
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Stap 5
Formule
Uitwerking
Gegevens
Gevraagd
Antwoord + eenheid

Slide 10 - Question de remorquage

Gemiddelde snelheid
Bij het berekenen van de snelheid, bereken je vaak de gemiddelde snelheid.

De gemiddelde snelheid is de snelheid die je gemiddeld hebt gehad over een langere afstand.


Slide 11 - Diapositive

Wat weten we?
Hoeveel uren zitten er in een dag?
  • 24 uur
Hoeveel minuten zitten er in een uur?
  • 60 min
Hoeveel seconden zitten er in een minuut?
  • 60

Slide 12 - Diapositive

Snelheid omrekenen

18 km/h =   .......  m/s
  • 18 km/h = 18 : 3,6 = 5 m/s

10 m/s =  .........  km/h
  • 10 m/s = 10 x 3,6 = 36 km/h

Slide 13 - Diapositive

15 m/s =
km/h
5 m/s =
km/h
m/s
m/s
36 km/h =
18 km/h =
Oefenen met omrekenen
10
18
5
54

Slide 14 - Question de remorquage

Maarten fietst met een gemiddelde snelheid van 18 km/h naar school.
Hij doet er 1,5 uur over om op school te komen.
Bereken hoever hij van school woont.
(zet de berekening in de goede volgorde)
afstand = 18 km/h x 1,5 h
afstand = snelheid x tijd
afstand = 27 km

Slide 15 - Question de remorquage

Jij loopt 3 kilometer naar school in 30 minuten.
Bereken jouw (gemiddelde) snelheid in km/h.
A
1,5 km/h
B
6 km/h
C
10 km/h
D
90 km/h

Slide 16 - Quiz

Reken om:
80 km/h = ... m/s
A
1,3 m/s
B
22,2 m/s
C
288 m/s
D
4800 m/s

Slide 17 - Quiz

Aan de slag met extra opdrachten
Wat: Maak de extra opdrachten
Hoe: Zelfstandig/fluisteren
Hulp: Buurman of buurvrouw of docent
Tijd: 15 minuten
Klaar: controleer de antwoorden


timer
15:00

Slide 18 - Diapositive