3.2 Energie, water en internet

HOOFDSTUK 4 
WONEN IN NEDERLAND
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
BurgerschapMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

HOOFDSTUK 4 
WONEN IN NEDERLAND

Slide 1 - Diapositive

3.2 Energie, water en internet
Wat ga je deze les leren?
  1. Ik ken nieuwe woorden over energie, water en internet.
  2. Ik weet hoe ik energie, water en internet aan moet vragen.
  3. Ik kan een jaarrekening lezen.


Slide 2 - Diapositive

Deze woorden moet je begrijpen.
(zie woordenlijst)

  • aanvragen                                                                           de meterstand
  • het abonnement                                                               het milieu
  • de elektriciteit                                                                    de provider
  • de energie                                                                            de regio
  • de jaarrekening                                                                  een vast bedrag
  • de meter                                                                                zuinig

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Lien

Energie, water en internet
  • Energie= elektriciteit (stroom) + gas
Waarvoor heb je energie nodig?
  • Water
Waarvoor heb je water nodig?
  • Internet
Waarvoor heb je internet nodig?

Slide 5 - Diapositive

Zelf aanvragen
Je moet energie zelf aanvragen bij een energiebedrijf.
De prijzen verschillen.  
www.gaslicht.com

Bij welk energiebedrijf zit jij?

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Lien

Water
  • Aanvragen bij een waterbedrijf.
  • Je kunt niet kiezen: 1 bedrijf per regio
  • In Noord Brabant: Brabant water <link>
  • In Zeeland: Evides

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Lien

Een keer per jaar moet je de meterstand doorgeven van je gasmeter en je elektriciteitsmeter.
A
B

Slide 10 - Quiz

Betalen
  • Iedere maand betaal je een vast bedrag.
  • 3 meterstands in de meterkast: gas - water - elektriciteit
  • 1 keer per jaar meterstand doorgeven.




  • Eind van het jaar krijg je een jaarrekening.

Slide 11 - Diapositive

Iedere maand betaal je een vast bedrag. Hoe heet dat?
(Trmnbdrg)

Slide 12 - Question ouverte

Het nieuwe maandbedrag voor energie is € 95,25.
Wat betekent dat?

Slide 13 - Diapositive

Een keer per jaar krijg je een jaarrekening. Daarop staat hoeveel energie je dat jaar gebruikt hebt. 
Als je meer gebruikt, moet je extra betalen en moet je in het nieuwe jaar een hoger termijnbedrag.
Als je minder gebruikt, krijg je geld terug en lager termijnbedrag.

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Kijk naar de jaarrekening.
Welk bedrag moet je betalen?
A
€ 88,71
B
€ 97,16
C
€ 123,50

Slide 16 - Quiz

Kijk naar de jaarrekening.
Welk bedrag moet je voortaan
betalen?
A
€ 88,71
B
€ 97,16
C
€ 123,50

Slide 17 - Quiz

Je ziet een jaarrekening voor
gas en elektriciteit.
Hoeveel betaal je voor gas?
A
€ 272,17
B
€ 663,87
C
€ 314,96

Slide 18 - Quiz

Je ziet een jaarrekening voor
gas en elektriciteit.
Hoeveel moet je voortaan per
maand gaan betalen?
A
€ 272,17
B
€ 95,25
C
€ 314,96
D
€ 1251,00

Slide 19 - Quiz

Je wilt gas en elektriciteit aanvragen.
Hoe doe je dat?
A
Er is maar één waterbedrijf. Ik meld me daar aan.
B
Ik kies een energiebedrijf. Ik meld me daar aan.
C
Er is maar één energiebedrijf. Ik meld me daar aan.

Slide 20 - Quiz

Je wilt water aanvragen.
Hoe doe je dat?
A
Er is maar één energiebedrijf. Ik meld me daar aan.
B
Er is maar één waterbedrijf. Ik meld me daar aan.
C
Ik kies een waterbedrijf. Ik meld me daar aan.

Slide 21 - Quiz

Het nieuwe maandbedrag
voor energie is € 95,25.
Wat betekent dat?
A
Je moet volgend jaar elke maand € 95,25 betalen.
B
Je krijgt € 95,25 terug van de elektriciteitsmaatschappij.
C
Je moet dit jaar nog € 95,25 betalen.

Slide 22 - Quiz

Je gebruikt energie.
Wat gebeurt er eerst?
A
Ik krijg geld terug of ik betaal geld.
B
Ik krijg een jaarrekening.
C
Ik vul na een jaar de meterstanden in.
D
Ik betaal elke maand een vast bedrag.

Slide 23 - Quiz

Zuinig zijn met energie en water
Wat is zuinig zijn?
Waarom is het goed om zuinig te zijn?
Hoe kan je zuinig omgaan met energie? 

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Internet, tv en telefoon
Als je telefoon en televisie wilt, moet je je aanmelden bij 
een provider.
Bij welke provider zit jij voor je telefoon? 
En bij welke provider voor je televisie?

Slide 26 - Diapositive

Bij welke provider zit jij voor jouw telefoon?

Slide 27 - Question ouverte

Een abonnement
Televisie, internet en telefoon: Je kunt een abonnement nemen.
Je betaalt per maand. 

Televisie en internet bij dezelfde provider is vaak goedkoper.

Weet jij hoeveel je per maand betaalt?

Slide 28 - Diapositive

NU JIJ!
1. Welkom in Nederland: opdracht 11 en 12(blz. 93-94)
2. Huiswerk:Schrijf de betekenissen van deze woorden in jouw eigen taal op een papier.
 Het termijnbedrag, de meterstand, de provider, de storing, zuinig zijn, het beltegoed, de jaarrekening 

Slide 29 - Diapositive