Schrijfopdracht 9 (5d)

Maandag 12 mei
Pak je leesboek en start met lezen

Schrijfopdracht 5D

Aan de slag
timer
10:00
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 18 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Maandag 12 mei
Pak je leesboek en start met lezen

Schrijfopdracht 5D

Aan de slag
timer
10:00

Slide 1 - Diapositive

Schrijfopdracht 9 (5d)

Slide 2 - Diapositive

Doel
Je schrijft een vermakelijke, wervende tekst voor je school in een aantrekkelijke en opvallende stijl en je gebuikt daarbij humor. 

Slide 3 - Diapositive

Humor en spot
Humor is niet gemakkelijk te omschrijven. 
Wat is humor eigenlijk? 
Welke uitingsvormen zijn er? 

Slide 4 - Diapositive

Opdracht
Denk na over een mop of een leuke anekdote die je kunt vertellen aan iemand in de klas. Wissel dan van rol. 

Hoe komt het dat de mop of anekdote grappig is? Is het effect op een vergelijkbare manier bereikt? 

Slide 5 - Diapositive

Opdracht
Een definitie geven van humor is lastig. Toch heb je wel een idee van wat het betekent. Noem drie 'ingrediënten' die een tekst of situatie voor jou humoristisch maken. 


Slide 6 - Diapositive

Humor
Drie theorieën over humor:
1) superioriteitstheorie: 
een grap geeft je het gevoel 
beter te zijn dan iemand anders,
oftewel superieur te zijn aan die
 ander. 
Voorbeeld: belgenmoppen.

Slide 7 - Diapositive

Humor
Incongruentietheorie:
Incongruentie wil zeggen 
dat dingen niet met elkaar 
samenvallen of overeenstemmen. In dit geval betekent het dat een situatie wordt gevolgd door iets wat je niet verwacht. Hierdoor ontstaat een grappig effect. 
Voorbeeld: de filmpjes van 'komt een vrouw bij de dokter'

Slide 8 - Diapositive

Humor
3) ontladingstheorie:
Volgens deze theorie zorgt 
humor voor ontlading van 
spanning en energie. 
Denk bijvoorbeeld aan mensen
 die grappen maken bij een 
pijnlijke situatie.

Slide 9 - Diapositive

Spot
Is een bijzondere manier van humor waarin kritiek op een grappige manier wordt verpakt. Er zijn  verschillende vormen van spot:
1) parodie / persiflage / satire: een bestaand kunstwerk of tv-programma wordt overdreven nagebootst op zo'n manier dat het eigenlijk belachelijk wordt gemaakt. 

Denk aan: Even tot hier / Klikbeet / Lubach. 

Slide 10 - Diapositive

Spot
Ironie: een milde vorm van spot. 
Als je ironie gebruikt, zeg je het tegenovergestelde van wat je bedoelt. Als iemand iets ironisch zegt, hoor je dat op de manier waarop iemand iets zegt. Op schrift is dit lastiger te zien. 

Voorbeeld: Goh, wat een lekker weer is het (terwijl het buiten hard regent). 

Slide 11 - Diapositive

Spot
Sarcasme: bijtende vorm van spot die bedoeld is om te kwetsen. 

Het verschil met ironie ligt vaak in de toon waarop je iets zegt. Sarcasme is meer een negatieve toon van spreken. 

Slide 12 - Diapositive

Spot
Cynisme: is breder dan sarcasme.
Het is een spottende en neerbuigende houding die iemand heeft over de mensheid en de wereld om zich heen. Als iemand een cynische uitlating doet, laat diegene zien niet in de goede bedoelingen van de mensheid te geloven. 

Slide 13 - Diapositive

Hyperbolen
Hyperbool: een hele grote overdrijving. 

Het heeft eeuwen geduurd voordat we het cijfer van het proefwerk kregen.

De mussen vallen van het dak van de hitte. 

Slide 14 - Diapositive

Schrijfopdracht 9
Blz. 88 + 89: Je maakt de opdrachten 1 - 8 helemaal. 

De opdrachten 5 - 6 - 7 - 8 zijn belangrijk. Deze maak je en je geeft aan met welke klasgenoot jij je tekst hebt uitgewisseld. 

Inleveren: eerste tekst / feedback / tweede tekst + foto in het Worddocument. 
Datum inleveren schrijfopdracht 9 en 10: 21 mei 2025. 






Slide 15 - Diapositive

Schrijfopdracht 9: Verkoop je school!!
Oefenboek: blz. 88 - 89
Lees blz. 88 goed door!!
Maak de opdrachten 1 t/m 4
Maak dan de definitieve opdracht, opdracht 5 t/m 8 


Slide 16 - Diapositive

Waar let ik op? 
* Doel van de tekst is om te laten zien wat jouw school bijzonder maakt om zo de lezer te vermaken en jouw school te 'verkopen'. 
* Zorg voor een opvallende inleiding en een opvallend slot (binnenkomer en uitsmijter). 
* Varieer in zinsbouw en zinslengte.
* Haal verleidingstechnieken uit de kast. Gebruik overdrijving en andere stijlfiguren om je tekst extra te laten opvallen (bekijk de les nog een keer en kijk de filmpjes). 
* Gebruik humor: als het om een lelijke plek gaat, gebruik dan ook ironie. 
----
* Is de tekst vermakelijk en wervend.
* Spel- en taalfouten


Slide 17 - Diapositive

Wat lever je in?
- Inleveren: eerste tekst / feedback / tweede tekst + foto in het Worddocument.
Datum inleveren schrijfopdracht 9 en 10: 21 mei 2025
 
- tekst minimaal 1 A4'tje.

- Schrijfopdracht 9 en 10 weer in één document inleveren. 


Slide 18 - Diapositive