Les 2: El alfabeto + me gusta

• Spaans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

El programa para hoy

- Ser + los saludos

- El alfabeto

- Me gusta

- Una canción

- Leer

- Los deberes

Vertaal naar het Spaans: jij bent

1. vosotros sois
2. nosotros somos
3. tu éres
4. yo soy

Hoe zeg je in het Spaans: wij zijn

Vertaal naar het Spaans: zij is

1. yo soy
2. él es
3. tú eres
4. ella es

Hoe zeg je in het Spaans: Ik ben Rosa.

Vertaal naar het Spaans: ik ben zenuwachtig.

1. estoy feliz
2. estoy triste
3. estoy enojado/a
4. estoy nervioso/a

Hoe zeg je in het Spaans: zijn zijn (groep meisjes)

Hoe zeg je in het Spaans:
Ik heb honger.

1. Tengo hambre.
2. Tengo sed.
3. Estoy enojado.
4. Tengo comida.

Hoe zeg je in het Spaans: Wij kome uit Italië.

1. Vosotros sois de Italia.
2. Tú eres de Italia.
3. Nosotros somos Italia.
4. Nosotros somos de Italia.

Hoe zeg je in het Spaans: Zij komt uit Rusland.

1. El est de Rusia.
2. Nosotros somos de Rusia.
3. Ella es de Russia.
4. Ella es de Rusia.

Welke Spaanse begroetingen
ken je al?

El alfabeto

Cómo se escribe?

Puedes deletrear?  =  Kun je het spellen?

Bekijk de namen op pagina 4 van de introductie.

Me gusta

Als je wilt zeggen dat je iets leuk vindt, gebruik je:

Me gusta  - enkelvoud

Me gustan - meervoud

Por ejemplo: Me gusta el chocolate.   =  Ik houd van chocolade.

                            Me gustan las flores.       =  Ik houd van bloemen.

No me gusta

Als je wilt zeggen dat je iets NIET leuk vindt, gebruik je:

No me gusta  - enkelvoud

No me gustan  - meervoud

Por ejemplo: No me gusta la lluvia.

                            No me gustan los deberes.

Vamos a trabajar!

1. Pak nu pagina 7 van de taaltaak.

2. We lezen samen de voorbeelden.

3. Je bedenkt een aantal voorbeelden voor jezelf.

4. We luisteren een liedje van Manu Chao.

leer = lezen

- Bekijk de tekst op pagina 9.

- Welke persoon van de familie Ruiz houdt van welke activiteit?

Los deberes

- Aprender