ppm en ppb (par. 7.1)

ppm en ppb (par. 7.1)
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 24 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

ppm en ppb (par. 7.1)

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen 
  • Leren rekenen met ppm en ppb
  • Verder oefenen met LD-50, ADI en TGG  

Slide 2 - Diapositive

Programma van vandaag 
Lesuur 1
  • Afmaken paragraaf 7.1
Lesuur 2
  • Paragraaf 7.2

Slide 3 - Diapositive

Opmerking
  • gevarensymbolenen H-en P-zinnen behandel ik niet klassikaal
  • Wel onderdeel toetsstof
  • Staat  uitgelegd in de LessonUp van vorige les
  • Geef het even aan als je er hulp bij nodig hebt

Slide 4 - Diapositive

ppm en ppb
  • Manier om gehaltes van een stof weer te geven, verwant aan procenten  

ppm=geheeldeel106
procent=geheeldeel100
ppb=geheeldeel109
'parts per hundred' 
parts per million 
parts per billion 
billion=miljard

Slide 5 - Diapositive

Grenswaarde omrekenen naar ppm

Slide 6 - Diapositive

De grenswaarde van aceton is 1,210 g m-3 lucht. De dichtheid van lucht is 1,29 kg m-3. Bereken hoeveel massa-ppm aceton er op de grenswaarde in de lucht aanwezig is.

antw. 938 ppm

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Opgave 13

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

7.2: kwalitatief onderzoek

Slide 11 - Diapositive



Kwalitatief 

  • Welke stoffen zijn er aanwezig?


Kwantitatief 

  • Hoeveel van deze stoffen is er aanwezig? 
Analysemethoden 
bijv.: Chromatografie
bijv.: Colorimetrie

Slide 12 - Diapositive

Vandaag 
  • Kwalitatief onderzoek: uitzoeken welke stoffen er zijn
  • Zelf aan de slag: opgaven maken/verslag schrijven 

Slide 13 - Diapositive

Welke vormen worden er genoemd? 
  • Neerslagreacties 
  • chromatografie 
  • het toevoegen van een reagens 

Slide 14 - Diapositive

Eerder al: neerslagreacties (hoofdstuk 3) 
Welke binastabel gebruiken we daarbij? 

Slide 15 - Diapositive

Neerslagreacties 
Een oplossing van welk zout kan ik toevoegen om aan te tonen of een zoutoplossing carbonaationen bevat?

Slide 16 - Diapositive

Chromatografie

Slide 17 - Diapositive

reagens 
= Stof waarmee je een andere stof kunt aantonen

Bijv. zetmeel wordt donkerblauw bij toevoeging van jodium.

Slide 18 - Diapositive

Reagensmoet aan twee voorwaarden voldoen 


Selectief: Werkt maar bij één stof
Gevoelig: Het moet al een klein beetje stof aan kunnen tonen. 

Slide 19 - Diapositive

Reagens

Slide 20 - Diapositive

Opgave 21 
Tips:
- zoek in T66A van binas wat soda is
- krijt = calciumcabonaat 
- gootsteenontstopper= oplossing van natriumhydroxide in water
- Je hebt hier zowel een reagens als neerslagreacties nodig

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Opgave 23 

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive