Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 6 vidéos.
La durée de la leçon est: 120 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Vidéo
Leerdoelen
33. Ik weet aan de hand van welke begrippen ik de voorstelling en vormgeving van theater kan beschrijven. 34. Ik kan de vernieuwing van modern theater benoemen door de voorstelling en vormgeving te vergelijken met theater dat is gemaakt voor 1900. 35. Ik kan benoemen welke visie moderne theatermakers (Artaud, Meyerhold, Brecht) hebben op theater en uitleggen hoe ik dit in de theaterstukken terug zie. 36. Ik kan benoemen wat Brecht wil bereiken met episch theater en kan uitleggen op welke manier vervreemdingseffecten hieraan bijdragen. 37. Ik kan uitleggen hoe binnen het theaterstuk Parade zichtbaar wordt dat een groep gelijkgestemden vanuit verschillende disciplines het nieuwe wil brengen. 38. Ik kan de belangrijkste begrippen over modern theater beschrijven en/of herkennen in een theaterstuk: biomechanica, totaaltheater, vervreemdingseffecten, episch theater, psychologisch realisme (Stanislavski), musical, cabaret.
Slide 2 - Diapositive
Noem twee veranderingen in het theater als je de 19e eeuw vergelijkt met begin 20e eeuw.
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Met welke begrippen kan je de vormgeving van theater beschrijven?
Slide 6 - Carte mentale
Vormgeving theater
Spel:
Lichaam
Stem
Speelstijl
Mise-en-scène
Theatervormgeving:
Locatie
Decor
Kostuum
Grime en hairstyling
Rekwisieten
Attributen
Belichting
Muziek
Geluid en geluidseffecten
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Vidéo
Slide 9 - Vidéo
Meyerhold ontwikkelt een nieuwe (constructivistische) acteertechniek. Hoe noemt hij deze techniek dit voorschrijft hoe acteurs moesten bewegen?
Slide 10 - Question ouverte
Slide 11 - Vidéo
Wat zijn kenmerken van de biomechanica?
A
emotionele expressie staat centraal
B
het lichaam maakt efficiënte bewegingen met een doel
C
bewegingen worden robotachtig en mechanisch uitgevoerd
D
improvisatie en spontaniteit vormen de kern
Slide 12 - Quiz
Waarom laat Meyerhold de acteurs bewegen volgens de techniek van de biomechanica?
Slide 13 - Question ouverte
Wat weet jij over het episch theater van Bertolt Brecht?
Slide 14 - Carte mentale
Slide 15 - Vidéo
Slide 16 - Vidéo
Wat weet je over de voorstelling PARADE?
Slide 17 - Carte mentale
Luister het hoorspel over PARADE
Maak aantekeningen.
Wat was er zo vernieuwend aan de muziek van Erik Satie?
Beschrijf waarom het decor van Parade bij het kubisme hoort.
Hoorspel Parade
Slide 18 - Diapositive
Ontwerp zelf een kostuum voor de mechanische directeurs, op de in het hoorspel omschreven manier. Geef argumenten waarom jouw ontwerp voldoet aan de kenmerken van het kubisme.