Repaso Unidad 1

Lunes 12 de mayo                
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Lunes 12 de mayo                

Slide 1 - Diapositive

Vamos a repetir/We gaan herhalen:
In deze les leer ik:
  • la pronunciación = de uitspraak
  • los números = de cijfers 0-100
  • los verbos SER y TENER = de werkwoorden SER en TENER








Slide 2 - Diapositive

La pronunciación
De uitspraak van de letters in het Spaans:
wat weten jullie nog?

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

La pronunciación /de uitspraak
c
Als de c wordt gevolgd door a / o / u: klank = k
c
Als de c wordt gevolgd door i of e: klank = s
h
de h wordt niet uitgesproken!
j
de j wordt uitgesproken als een zachte 'g' (zoals in geel)
ll
de dubbele l wordt uitgesproken als een 'j' (zoals in jarig)
ñ
de ñ klinkt als 'nj' (zoals in oranje)
v
de v klinkt als een zachte 'b'

Slide 5 - Diapositive

Ejercicio / oefening 
1. El castillo es muy bonito.                         (Het kasteel is heel mooi)
2. El hotel es muy pequeño.                       (Het hotel is heel klein)
3. El jardín está lleno de flores.                 (De tuin is vol met bloemen)
4. La llave del hotel está aquí.                    (De sleutel van het hotel is hier)
5. El niño juega en el parque.                     (De jongen speelt in het park)
6. La vista es espectacular.                         (Het uitzicht is spectaculair)
In tweetallen, student 1 leest de zinnen 1, 3 en 5 hardop voor,
student 2 daarna de zinnen 2, 4 en 6. En dan omwisselen. 




Slide 6 - Diapositive

Los números
0-100
cero - cien

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Los números hasta 100
¡Importante!
tot en met dertig:
schrijf je als één woord

vanaf dertig:
treinta y uno, treinta y dos, etc.

Slide 9 - Diapositive

¡A trabajar!
https://www.profedeele.es/actividad/numeros-espanol-todos/
Ejercicio 1 : Escribe con números
Oefening 1: Noteer de cijfers
Tijd: cinco minutos / 5 minuten

Slide 10 - Diapositive

Ser & Tener
Verbos irregulares
Onregelmatige werkwoorden

Slide 11 - Diapositive

Ser = zijn
Yo 
Soy
Ik ben
Eres
Jij bent
Él/ella/usted
Es
Hij/zij/u bent
Nosotros
Somos
Wij zijn
Vosotros
Sois
Jullie zijn
Ellos/ellas
Son
Zij zijn (mv)

Slide 12 - Diapositive

Wanneer gebruik je SER?

Gebruik dit ezelsbruggetje:
DOCTOR

Description = beschrijving
Occupation = beroep
Characteristic = kenmerk
Time = tijd en datum
Origin = afkomst/nationaliteit
Relationship = relatie


Slide 13 - Diapositive

Tener = hebben
Yo
Tengo
Ik heb
Tienes
Jij hebt
Él/ella/usted
Tiene
Hij/zij/u heeft
Nosotros
Tenemos
Wij hebben
Vosotros
Tenéis
Jullie hebben
Ellos/ellas
Tienen
Zij hebben (mv)

Slide 14 - Diapositive

Wanneer gebruik je 'TENER'?
Hay más usos de 'tener' Er zijn meer manieren waarop je 'tener' kunt gebruiken

Slide 15 - Diapositive

  • ¡Vamos a practicar!
    aprenderespanol.org      10 minuten

Ser
Tener
- kies 'Verbos 1'
- dan 'Verbo Ser'
- maak Oefening 11
Presente 'Ser'- test 1

- kies 'Verbos 1'
- dan 'Verbo Tener'
- maak Oefening 6:
Presente de indicativo- escribe 1

Slide 16 - Diapositive

¿Preguntas? 
Zijn er nog vragen?

Slide 17 - Diapositive

Ser, Tener y los números
KAHOOT

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive