Textiel verzorgen (week 2)

1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3,4

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Startklaar
  • Welkom Klas! 
  • Ga allemaal op je plek zitten. 
timer
3:00

Slide 2 - Diapositive

1. Startklaar
Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan hun welbevinden. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zijn startklaar: ingelogd in LessonUp, telefoons opgeborgen in het Zakkie, en JdW-map op tafel.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Terugblik
Wat weet je nog van de vorige les?

Slide 4 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Textiel & Verzorging 

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet jij over textiel?

Slide 6 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Planning
  • Terugblik
  • Nieuwe theorie
  • Casus over strijken 
  • Evalueren 

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verwachtingen
  1. Respecteer elkaar
  2. Actieve deelname tijdens de les en de samenwerkingsopdracht. 
  3. Netjes omgaan met de spullen.
  4. Ruim je eigen spullen op.
  5. Geen telefoons

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

      Lesdoelen
  • Je kunt wasvoorschriften op kleding lezen en benoemen wat de symbolen betekenen. (R)
  • Je kunt wasgoed sorteren in witte, bonte (gekleurde) en donkere was. (T)
  • Je kunt op basis van een onbekend kledinglabel bepalen hoe een kledingstuk gewassen of gestreken moet worden. (T)
  • Je kunt uitleggen waarom verkeerd sorteren of een fout wasprogramma schade aan kleding veroorzaakt. (I)

Slide 9 - Diapositive

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.   
Textiel
Textiel: geweven stof

Functies van textiel:
  • Beschermen tegen kou, warmte en vocht;
  • Uiterlijk aantrekkelijker maken;
  • Je onderscheiden (uniform/cultuur);
  • Schoonmaken.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat doe je met de kledingstukken voordat je ze in de machine stopt?

Slide 12 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Voordat de was in de machine gaat!
  • Controleer het wasgoed, haal de zakken leeg.
  • Maak ritssluitingen dicht.
  • Keer donkere, bonte spullen, en textiel met een print binnenstebuiten.
  • Behandel moeilijke vlekken met een speciaal vlekkenmiddel.
  • Lees het samenstellingsetiket: hierop staat aangegeven van welke materialen het kledingstuk is gemaakt. 
  • Lees het behandelingsetiket: hierop staan de symbolen die aangeven hoe je het kledingstuk moet behandelen.












Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 14 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Etiketten
Samenstellingsetiket:
  • Je kunt lezen uit welke vezels of grondstoffen het  textielproduct gemaakt is.
Behandelingsetiket:
  • Geeft aan hoe een textielproduct tijdens wassen, strijken, drogen  en reinigen moet worden behandeld.

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Symbolen

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Was drogen
  • Aan de waslijn
  • Condensdrogers: het water uit het wasgoed wordt opgevangen in een waterreservoir.
  • Blowers of luchtafvoerdrogers: de waterdamp via een slang naar buiten laten gaan. 
Voordeel: snel/ als je weinig ruimte hebt
Nadeel: duur, wasgoed slijt meer, gebruikt veel energie

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom strijken?
  • Om de kreukels er uit te krijgen zodat het glad is 
  • Om het textiel te ontsmetten ( bij ziekte en bij eerstehulpverlening) 
Wel of niet strijken?
  • Vouwgoed niet: Badhanddoeken, sokken en ondergoed 
  • Strijkgoed wel: Een blouse of shirt dat netjes glad moet zijn






Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ergonomisch werken
  • Zet de wasmand op een fijne werkhoogte. 
  • Zet de wasmand vlakbij de machine en ga op de knieën zitten. 
  • Stel de strijkplank op de juiste hoogte in. 
  • Berg niet te hoog op.  


Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Als je op je ergonomie let bij het strijken, dan let je op...
A
De stand van het strijkijzer
B
De hoogte van de strijkplank
C
Het behandelingsetiket van het wasgoed
D
Dat je je niet verbrand aan het strijkijzer

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Voor welke was is dit wasmiddel?
A
Fijne was
B
Witte was
C
Donkere was
D
Bonte was

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de beste volgorde om te strijken
A
Van donker naar licht
B
Van heet naar lauw
C
Van lauw naar heet
D
Van licht naar donker

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke stoffen mag je heet strijken (3 stipjes)
A
Katoen, linnen en viscose
B
Acryl, nylon
C
Wol
D
Polyester, fleece

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een strijkmachine is vooral geschikt voor:
A
kleding met plooien zoals broeken.
B
kleding die erg gekreukeld is
C
moeilijk te strijken kleding zoals blouses.
D
platgoed zoals theedoeken of lakens.

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar begin je mee als je gaat strijken?
A
het pakken van de strijkplank
B
of je het textiel wel gestreken mag worden
C
het pakken van het strijkijzer
D
het maakt niet uit waar je mee begint

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Als je op je ergonomie let bij het strijken, dan let je op...
A
de stand van het strijkijzer
B
de hoogte van de strijkplank
C
het behandelingsetiket van het wasgoed
D
dat je je niet verbrand aan het strijkijzer

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Strijk je Nylon en Synthetische stoffen op een hoge of lage temperatuur?
A
Hoog
B
Laag

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Op hoeveel graden mag je strijken?
A
Lauw strijken
B
Niet strijken
C
Warm strijken
D
Heet strijken

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht
  • Per tweetal ga je oefenen met strijken.
  • Lees de casus goed door en geef elkaar feedback 
timer
40:00

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

    Begrippen uit deze les
  • Textiel 
  • Etiketten
  • Symbolen
  • Ergonomisch werken

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Exit ticket
Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 31 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

      Lesdoelen
  • Je kunt wasvoorschriften op kleding lezen en benoemen wat de symbolen betekenen. (R)
  • Je kunt wasgoed sorteren in witte, bonte (gekleurde) en donkere was. (T)
  • Je kunt op basis van een onbekend kledinglabel bepalen hoe een kledingstuk gewassen of gestreken moet worden. (T)
  • Je kunt uitleggen waarom verkeerd sorteren of een fout wasprogramma schade aan kleding veroorzaakt. (I)

Slide 32 - Diapositive

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.   

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions