Cette leçon contient 13 diapositives, avec diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
How was your weekend?
Slide 2 - Diapositive
Today
Recap Present Perfect
Unit 3 lesson 5
Aim: be able to use the present perfect
Slide 3 - Diapositive
Present perfect
Koppeling tussen verleden en nu.
Iets is in het verleden gebeurd en nu nog steeds bezig.
Ik woon sinds vorig jaar in Roden.
Hij zit altijd al op voetbal.
Slide 4 - Diapositive
Ik woon sinds vorig jaar in Roden.
I have lived in Roden since last year.
He zit altijd al op voetbal
He has always played football
Slide 5 - Diapositive
Andere voorbeelden:
I have always been against smoking.
She has always dreamed of a vacation.
He has seen that film before.
Slide 6 - Diapositive
Die voorbeelden
Zijn dus best uiteenlopend.
hij heeft die film al gezien = vroeger en daarom hoeft hij nu bijvoorbeeld die film niet weer te zien.
Slide 7 - Diapositive
Opdrachten in het boek
Gingen best goed, maar..
Vergeet niet have/has te gebruiken!
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
https:
Slide 10 - Lien
Dit dus:
Het is gebeurd (voltooid) en heeft ook nu nog invloed. Om de present perfect te maken heb je altijd 2 werkwoorden nodig: have / has + voltooid deelwoord.