Oppervlakte bij vergroten

Oppervlakte bij vergroten Aan het einde van de les weet je hoe je met behulp van de vergrotingsfactor de oppervlakte van een vergroting kunt berekenen
Oppervlakte bij vergroten
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 2

Cette leçon contient 10 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Oppervlakte bij vergroten Aan het einde van de les weet je hoe je met behulp van de vergrotingsfactor de oppervlakte van een vergroting kunt berekenen
Oppervlakte bij vergroten

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Oppervlakte bij vergroten
  • Teken in je schrift een rechthoek ABCD van 1 bij 2 cm. 
  • Teken een rechthoek EFGH waarvan de zijden 2x zo lang zijn als die van rechthoek ABCD
  • Hoe vaak past rechthoek ABCD in rechthoek EFGH
  • Hoe vaak is de oppervlakte vergroot?

Slide 5 - Diapositive

Oppervlakte bij vergroten
  • Teken een rechthoek KLMN waarvan de zijden 3x zo lang zijn als die van rechthoek ABCD
  • Hoe vaak past rechthoek ABCD in rechthoek KLMN
  • Hoe vaak is de oppervlakte nu vergroot?

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Voorbeeld
  • De figuur hiernaast heeft een oppervlakte van
    5,4 cm2. De figuur wordt vergroot met vergrotings-
    factor 1,6. Bereken de oppervlakte van de vergroting.
  • Uitwerking:
  • Gebruik: opp. beeld = vergrotingsfactor2 x opp. origineel
  • Dus opp. beeld = 1,62 x 5,4 = 13,824 cm2.

Slide 9 - Diapositive

Aan het werk
  • Maak uit je boek de opgaven 36 t/m 40.
  • Ben je klaar? Kijk dan je uitwerkingen na en verbeter.
  • Daar ook mee klaar? Ik vertel je dan wat je dan mag doen.

Slide 10 - Diapositive