Leesvaardigheid - Informeren les 1

  Welkom
Kleur

's Nachts mengt een man
de kleuren van morgen
in een pot waarop staat:
voor dag en dauw.
In het licht weet hij pas
of het goed is gebeurd.
Veel geel voor de zon,
veel blauw eromheen.
Soms ziet hij meteen
dat hij zich heeft vergist.
Veel grauw voor de mist
en iedereens kleren.
Dan duurt het niet lang
of de nacht is er weer.
Dan kan hij het morgen
nog eens proberen.                                  (Bart Moeyaert)
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

  Welkom
Kleur

's Nachts mengt een man
de kleuren van morgen
in een pot waarop staat:
voor dag en dauw.
In het licht weet hij pas
of het goed is gebeurd.
Veel geel voor de zon,
veel blauw eromheen.
Soms ziet hij meteen
dat hij zich heeft vergist.
Veel grauw voor de mist
en iedereens kleren.
Dan duurt het niet lang
of de nacht is er weer.
Dan kan hij het morgen
nog eens proberen.                                  (Bart Moeyaert)

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen vandaag?

  • "Raad het doel"
  • De doelen voor deze week bespreken
  • Uitleg bij hoofdstuk 2 Leesvaardigheid
  • Aan de slag!

Slide 2 - Diapositive

"Raad het doel – tekstdetectives aan het werk"
Lees samen (duo's) de teksten en schrijf kort per tekst op:

  • Wat is volgens jullie het doel van deze tekst?

  • Waarom denken jullie dat? (noem minimaal één kenmerk of aanwijzing uit de tekst)

Slide 3 - Diapositive

Wat ga je deze week leren?
  • Ik weet wat een informerende tekst is en welk doel een schrijver hiermee heeft.
  • Ik kan verschillende soorten kenmerken van informerende teksten herkennen.
  • Ik kan uitleggen waarom een tekst informerend is. 

Slide 4 - Diapositive

Lezen
timer
10:00

Slide 5 - Diapositive

De schrijver van een tekst wil iets bereiken bij de lezer.
Dat wat hij wil bereiken is het doel van de tekst.

Slide 6 - Diapositive

Bespreken
  • Wat maakt deze tekst informatief?

  • Hoe weet je dat de schrijver je niet wil overtuigen of vermaken?

  • Welke woorden of zinnen helpen je dat te zien?


Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Tekstdoel
De schrijver wil..
Voorbeeld tekstsoort
Informeren
Activeren 

Amuseren
Overtuigen 

Beschouwen
dat je iets te weten komt
je overhalen om iets wel / niet te doen. 


dat je zijn mening overneemt 
krantenbericht, verslag, gebruiksaanwijzing, studieboek, menukaart....
reclamefolder, advertentie, uitnodiging, affiche, flyer of gedichten, roman, strip, column...
ingezonden brief, betoog, column, recensie, sommige krantenartikelen, tijdschriftartikelen met achtergrondinformatie.....
Je vermaken
dat je zelf een mening vormt

Slide 9 - Diapositive

Aan de slag!
Je levert vandaag je verhaal en je geschreven tekst in!

Je huiswerk voor de volgende les:

Opdracht 2, 3, 4 en 5 op blz. 10 en 11
Klaar? Lezen of ander huiswerk.
Leer de theorie van blz. 10 

Slide 10 - Diapositive

Ik weet wat een informerende tekst is en welk doel een schrijver hiermee heeft.
Dat weet ik!
Dat weet ik een beetje.
Ik vind het lastig en weet het nog niet zo goed.

Slide 11 - Sondage

Tot morgen!
  • Zijn er nog vragen? 

Slide 12 - Diapositive

Aan de slag met informatieve teksten!
  • Werk in tweetallen
  • Kies allebei een andere tekst om te lezen
  • Bekijk het plaatje en lees de titel 
  • Waar gaat de tekst over/ welke informatie denk je in de tekst te gaan vinden?
  • Kies:

 - Schrijf een korte samenvatting en laat je maatje die lezen en voorzien van tips en tops 
- Maak een woordweb bij je artikel
- Vertel je maatje (kort) waar het artikel over ging en vertel wat jij ervan vindt

Slide 13 - Diapositive